Kroniek
Sterk in Genealogie
Zuid-Limburg

Start

Omhoog


 

Geschiedenis Borgloon

Loons canon

Kroniek van Loon in pdf

Kroniek van Borgloon

949 Graaf Rodolf is de eerst gekende graaf van Loon, indien ten tijde van bisschop Farabert van Luik, Aldeneik bij Maaseik Loons gebied was.
 
966 Graaf Rodolf wordt vernoemd in een keure van Otto, koning van Germanië. De oorsprong en de familie van Rodolf zijn onbekend.
 
966 Verinharius is de tweede graaf van Loon, indien Gelmen in dat jaar aan Loon toebehoorde (waarschijnlijk, want Gelmen hing af van Vliermaal).
 
1007 Notger sterft. Hij heeft de kerk van Borgloon verheven tot een collegiale kerk met een kapittel van 5 kanunniken.
 
1014 Een zekere graaf Arnold laat aan bisschop Balderic zijn burcht en allodiale goederen. Deze Arnold zou als eerste de titel Graaf van Loon dragen.
 
1015 Gijselbert (1015-1034) is zeker de eerste graaf van Loon. Hij vecht met zijn broeder Balderic II tegen de Brabanders te Hoegaarden.
 
1015 In een keure van bisschop Balderic wordt de voornoemde Arnold graaf van Valenciennes genoemd. (J. Daris besluit hieruit: dus niet graaf van Loon; noch burcht, noch graafschap werd aan Luik geschonken).
 
1034 Gijselbrecht (comes de Los) is evenals zijn broeders Arnold en Balderic (bisschop van Luik), bloedverwant van Arnold van Valenciennes.
 
1040 Keizer Hendrik schenkt het graafschap Haspinga, gelegen in Haspengouw, aan Nitard, bisschop van Luik. Dit graafschap is niet de pagus Haspengouw.
 
1046 Graaf Emmion erft van zijn vader Gijselbert het graafschap Loon. Haspinga wordt verenigd met Luik en wordt nergens meer vermeld.
 
1047 Herman, aartsdiaken van Luik en bloedverwant van Gijselbert, sticht 7 kanunnikdijen te Borgloon. Voor 1047 waren er reeds 5. De HH. Petrus, Paulus en Odulphus zijn de patronen van de kerk. De grafsteen van aartsdiaken Herman verdween uit het koor voor 1724.
 
1088 Graaf Arnold komt tussen in een geschil tussen de bisschop en de kloosterlingen enerzijds en de inwoners van Sint-Truiden anderzijds. In 1095 gebeurt dit nog eens.
 
1117 In de duiventoren wordt het jaartal 1117 aangebracht. Huis en toren zijn van dezelfde bouwtrant als het stadhuis. (Voornoemde toren stond in 1940 achter het huis Zanders, gelegen op de Markt).
Bron: H.Henrotay, handschrift
 
1082-1126
Arnold I, zoon van Emmon, wordt vernoemd ter gelegenheid van de Godsvrede. Zijn onderdanen worden aan deze wetten onderworpen.
 
1130 Arnold II legt de eerste steen van de abdijkerk te Averbode. Hij schenkt 182 bonders te ontginnen heide en later nog eens 200 bonders te Tessenderlo.
 
1131 De kerk van Borgloon wordt verbouwd. Zij wordt gewijd door bisschop Alexander. De H. Odulphus, bijzonder vereerd tegen brand, blijft de patroon.
 
1131 Paus Innocentius III keurt de stichting van de abdij van Averbode goed. it gebeurde omwille van de bescherming van O.L.Vrouw, aan Arnold verleend.
 
1133 De Liburnische galei wordt uit Aken over Maastricht, Tongeren, Borgloon, Sint-Truiden, Tienen door lallende wevers en gepeupel gesleept tot Zoutleeuw.
 
1127-1145
Arnold II, graaf van Loon, sticht in zijn bos te Averbode een abdij van Norbertijnen. Deze kloosterlingen kwamen van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen.
 
1146 De H. Bernardus predikt de 2de Kruistocht te Luik. Vele ridders laten zich inlijven. Graaf Lodewijk volgt hun voorbeeld niet, hij verkiest hier te vechten en te plunderen.
 
1146 Keure van Koenraad III: Vlijtingen, Niel (Grootloon), Koninksem en Mechelen aan de Maas zijn onafhankelijk van de graaf van Loon; zij behoren toe aan Sint-Servaas te Maastricht.
 
1154 Graaf Lodewijk schenkt zijn eigendom te Bolderberg bij Zolder aan de abdij van Averbode. Godfried van Duras volgt zijn voorbeeld.
 
1159 Victor IV werd door toedoen van Frederic Barbarossa als tegenpaus gekozen, later Paschalis III en in 1161 Calixtus III tegen Alexander III.
 
1160 Graaf Lodewijk I trekt op kruistocht. Godfried van Duras valt het graafschap Loon aan, verbrandt het dorp Brustem en de bijhorende burcht, die daar door graaf Lodewijk I gebouwd werd.
 
1169 Het kruis dat boven op de pruin staat wordt hernieuwd. Dit perron staat midden op de Markt.
 
1171 Graaf Lodewijk I verliest de slag tegen Gilles van Duras en de Truienaren die Brustem weer verbranden en Borgloon belegeren.
 
1171 Hendrik van Veldeken dicht op aanvraag van gravin Agnes de Sint-Servaaslegende.
 
1145-1171
Lodewijk I, graaf van Loon, krijgslustig, sterk, dik en roofzuchtig wordt door Koenraad III ervan beticht de onafhankelijkheid van Vlijtingen te hebben geschonden.
 
1171 Lodewijk I trekt samen met Fredericus tegen Rome op. Bij zijn terugkeer schenkt hij Colmont het Luikse recht en herbouwt hij Brustem.
 
1171 Lodewijk I vraagt hulp aan Godfried III van Leuven. Deze komt te laat. Lodewijk I sterft in het beleg (10 oktober) en wordt begraven in de kapel van Graeth.
 
1174 Gravin Agnes, de vrouw van Lodewijk I, begiftigt het hospitaal met haar eigendom gelegen te Hex. Dit goed zal later Munckhof geheten worden.
 
1175 Graaf Gerard schenkt aan Brustem het Luiks recht, en herneemt aldaar de bouw van de burcht.
 
1175 Gravin Agnes schenkt aan de paters Cisterciënzers van Villers (Brabant) het Munckhof onder Hex, die daar een grangia stichten.
 
1176 Dood van gravin Agnes, de moeder van graaf Gerard. Zij laat aan haar zoon het graafschap Reineck. Vanaf dat ogenblik heet Gerard, graaf van Loon en Reineck.
 
1176 Na een jaar geven de Cisterciënzers het Loonse hospitaal op als onverenigbaar met hun kloosterregel. Hex behouden zij als landbouwgebied en de fratres hospitares namen de verpleging in het hospitaal van Graeth over onder leiding van Henricus van Walesberg. Rond 1180 vindt er een overeenkomst plaats tussen de Cisterciënzers van Villers en de hospitaalbroeders. Deze erkennen geen rechten meer te bezitten op Hex dat hun vroeger ook door gravin Agnes geschonken werd, maar dat nu aan Villers verviel.
 
1179 Graaf Gerard kaapt tienden van de bisschop. Prins-bisschop Radulphus van Zaehringen maakt een verbond met de Truienaars.
 
1180, 31 juli (donderdag)
Graaf Gerard wacht het Luikse leger op te Colmont. Hij jaagt de Luikenaars naar Tongeren, maar wordt daarna zelf teruggedreven in de burcht. 's Nachts sluipt hij echter Tongeren binnen en steekt de stad en de kerk in brand. De prins-bisschop en de Truienaars branden eerst Brustem plat en komen dan naar Borgloon waar zij de kerk en de burcht afbranden. De relikwieën van Sint-Odulphus kan men niet meer redden. Gerard en het Loonse kapittel herbouwen de kerk en er komen nieuwe relikwieën. Op dat tijdstip leefde te Loon naast de kerk de kluizenares Jutta. Zij was bevriend met Sint-Lutgardis van Tongeren en Christina de Wonderbare van Sint-Truiden.
 
1182 Vanaf dit jaar bedienen de fraters kapel Graeth. In 1230 is van hen geen ... N.B. Na een jaar geven de paters het Loons hospitaal op als onverenigbaar met hun kloosterregel. Heks behouden ze als landbouwontginning en de fraters hospitares nemen de verpleging in het hospitaal van Graethem weer over onder de leiding van Henricus van Kalesberg. Rond 1180 vindt men nog een overeenkomst tussen de Cisterciënzers van Villers en de hospitaalbroeders, die erkennen geen rechten meer te bezitten op Heks, dat hun vroeger ook door Agnes geschonken werd maar nu aan Villers verviel.
 
1187 Chistina de Wonderbare bevindt zich te Loon bij graaf Gerard (op Terlocht ?) en veropenbaart hem de gruwelen van Saladijn te Jeruzalem.
 
1188 Kardinaal Hendrik predikt te Luik een kruisvaart. Bisschop Radulphe, Cond. (?) van Duras, Gerard van Loon en vele ridders nemen het kruis aan.
 
1192 Voor zijn vertrek op kruistocht sticht Gerard te Herckenrode een abdij voor Cisterciënzerinnen.
 
1194 Graaf Gerard kon Barbarossa in 1188 niet volgen. Hij vertrok dat jaar, stierf in Palistina. Zijn lijk werd overgebracht en begraven in de abdij van Herckenrode.
 
1171-1195
Gerard, graaf van Loon en zoon van Lodewijk I, sluit een verbond met Gillis van Duras en trouwt met diens dochter Adelheid. Gerard trekt naar het H. Land als vervulling van een belofte, die verband houdt met de zwakke gezondheidstoestand van zijn vrouw.
 
1171-1197
Deken Herman is de eerste gekende deken van het kapittel van Borgloon. Waarschijnlijk wordt het hospitaal te Graeth onder zijn dekenaat gebouwd.
 
1204 Graaf Lodewijk II komt onverrichter zake terug uit Holland, onderhandelt met de graven van Namen en trekt met hen naar Schouwen en Utrecht.
 
1205 Graaf Lodewijk II staat zijn rechten op Maastricht en de dorpen van Sint-Servaas af aan de hertog van Brabant.
 
1209 Otto IV wordt door de paus tot keizer gekroond. Graaf Lodewijk II en de prins-bisschop van Luik zijn Otto trouw gebleven terwijl vele prinsen dat niet meer zijn.
 
1210 Otto wordt de paus ontrouw. De paus excommuniceert hem en verklaart hem vervallen van de troon. Graaf Lodewijk II blijf Otto nog enige tijd trouw.
 
1213 De hertog van Brabant rukt Haspengouw binnen. Graaf Lodewijk II en de Tongenaren houden hem tegen voor de Jeker te Oeffelken. 's Anderendaags trekt de hertog van Brabant naar Steppe bij Montenaken en wordt er verslagen door de Luikenaars en het leger van Lodewijk II.
 
1213 Graaf Lodewijk II verlaat de partij van Otto omdat deze Holland toch aan Willem van Friesland geschonken heeft.
 
1215 Graaf Lodewijk II neemt het kruis te Aken en wil op kruistocht gaan.
 
1215 Lodewijk II neemt het kruis te Aken en wilde vertrekken. In 1247 ontleende hij 700 Luikse marken aan de abdij van Herkenrode.
 
1195-1218
Graaf Lodewijk II, zoon van Gerard I, heeft moeilijkheden met Holland wegens zijn huwelijk met Adda, dochter van Liederick, graaf van Holland.
 
1218 Graaf Lodewijk II wordt ziek en kan niet op kruistocht gaan. Hij schenkt aan de abdij van Averbode het patroonschap over Opglabbeek en Neerglabbeek, zijn tienden van Pelt. Hij werd geacht en betreurd.
 
1219 Graaf Arnold III, voogd van Beringen en Heusden, bekrachtigt een akte waardoor de erfgenamen van Hendrik van Beringen aan Wido van Corbie hun rechten afstaan.
 
1220 Graaf Arnold III schenkt de kapel Ten Biezen aan de Teutoonse Orde. Aan de abdij van Herckenrode schenkt hij het patroonschap over Hasselt en filialen.
 
1218-1221
Arnold III is milddadig jegens godsdienstige instellingen.
 
1221-1227
Lodewijk III, graaf van Loon, zoon van Gerard van Reineck en neef van Arnold III, doet milde schenkingen.
 
1230 De schout van het hof van de schepenen wordt voor het eerst vernoemd in een document.
 
1230 Thomas de Cantimpré bezoekt Borgloon om zich te documenteren over het leven van Christina de Wonderbare. Hij vindt de burcht in as.
 
1232 Arnold IV schenkt het Luikse recht aan Hasselt.
 
1232 Arnold IV schonk Luikse voorrechten aan Hasselt. Luik had dergelijke gekregen van de keizer; andere steden van leenheren.
 
1232 De burcht van Borgloon werd vóór dit jaar verwoest en nooit meer heropgebouwd.
Bron: J.Daris. Maar volgens H.Henrotay is dit fout, hij zegt VOOR 1180
 
1232 Thomas de Cantimpré schrijft tussen 1232 en 1247 het levensverhaal van Sint-Lutgardis en van Christina de Wonderbare.
 
1236 Arnold IV neemt de eigendommen van de abdij van Munsterbilzen onder zijn bescherming: de molen te Wellen en de weiden te Herten. De abdij van Herckenrode krijgt Kuttekoven.
 
1240 Kuringen krijgt het Luikse recht onder voorbehoud dat niemand er een molen of een panhuis of brouwerij mag oprichten zonder toelating.
 
1241 Bilzen krijgt het Luikse recht onder voorbehoud dat niemand er een molen of een brouwerij mag oprichten zonder toelating.
 
1213-1241
Deken Adam (de tweede gekende deken van Borgloon) en deken Hendrik de Rijke stichten de dagelijkse uitdelingen en het beneficie van Sint-Jan de Evangelist.
 
1241 Deken Gerard sterft. Geen enkele kanunnik wil de functie van deken overnemen omdat het een te moeilijk werk is met te weinig inkomsten. Daarom worden deze verhoogd met 10 mark.
 
1242 Arnold IV schenkt aan de Cisterciënzerinnen van Oriënten zijn goederen te Neeroeteren met tienden van Gruitrode, Opoeteren en Rotem.
 
1251 Het begijnhof van Borgloon wordt gesticht onder deken Renier. Het ligt dicht bij het hospitaal van Graeth, met één kapel voor beide.
 
1251 Onder deken Renier werd het begijnhof gesticht, dicht bij het hospitaal van Graethem, met één kapel voor beide.
 
1259 Arnold IV verkeert in geldgebrek. Hij verkoopt 8 bunder land gelegen te Hendrieken aan de abdij van Herckenrode.
 
1259 Een oorkonde spreekt over de godvruchtige vrouwen, begijnen die zich rond het hospitaal van Graeth vestigen en in de kapel aldaar plichten vervullen.
 
1259, april
Arnold IV verkoopt aan (de abdij) van Floreffe de dorpen Pelt en Nederpelt voor een rente van 30 mudde rogge. Het recht op visserij rond Pelt behoudt hij voor zichzelf.
 
1267, 31 juli (zondag)
In een schenkingsakte van Renier, scholaster van Tongeren, wordt voor het eerst het begijnhof van Graeth vermeld.
Bron: Coenen, Oorkonden, nr. 1949
 
1227-1273
Arnold IV, graaf van Loon en broer van graaf Lodewijk van Reineck, trouwt met Johanna, de erfgename van het graafschap Chiny.
 
1274 De plaats van deken staat weer open. Graaf Jan keurt de verhoging van inkomsten goed en kanunnik Jan wordt deken van Borgloon.
 
1227-1275
Arnold IV graaf van Loon was broeder van Lodewijk graaf van Reineck. Hij trouwde met Johanna erfgename van het graafschap Ciney (Luxemburg).
 
1273-1279
Graaf Jan is één van de 8 kinderen van Arnold IV. Men weet van hem slechts dat hij enkele weldadige schenkingen doet.
 
1281 Arnold V verkoopt aan de abdij van Sint-Truiden zijn eigendommen en rechten op de heerlijkheid Helchteren.
 
1288 Arnold V voert het bevel over één van de drie legerkorpsen van Jan de Overwinnaar en brengt veel bij tot de zegepraal van laatstgenoemde.
 
1290 Arnold V eist het momberschap van Luik op voor zijn familie en neemt het bestuur tijdens "sede vacante".
 
1296 De nieuwe bisschop Hugo vindt in Arnold V een trouwe bondgenoot en vazal.
 
1305 Dit jaar staat de plaats van deken lang open spijts de vermeerdering van trok (?). Nieuwe vermeerderingen door Arnold V.
 
1312 Er wordt vastgesteld dat niemand kan deel uitmaken van de stadsraad, zonder lid te zijn van één van de 7 ambachten.
 
1312 Tot nu toe bezitten de schepenen bestuurlijke en rechterlijke macht. Voortaan zijn ze alleen rechters in de schepenhoven.
 
1312-1316
Als deken staat nu Damiaan vermeld.
 
1319 In een akte staat: in territorio inter Gothem et montem Hulsberg ubi supplicium judiciale damnatorum in Los solot exerceri.
 
1319 Onder deken Hendrik van Gulpen wordt een altaar gesticht in een kapel die westwaarts gelegen is (kant van de Burchtgracht).
 
1279-1323
Arnold V, zoon uit het eerste huwelijk van graaf Jan, neemt deel aan de strijd tussen het huis van Gullik en de aartsbisschop van Keulen.
 
1323 Arnold V legt zijn kroon neer ten voordele van zijn zoon Lodewijk.
 
1330 Lodewijk IV schenkt aan de Hasselaren de eigendom van hun grachten en het vroenterecht aan allen.
 
1336 Graaf Lodewijk IV sterft kinderloos en laat Loon en Chiny aan Diederick van Heinsberg, zoon van zijn oudste zuster. Arnold van Rummen, een ander neef krijgt de heerlijkheden van Stapel en van Zolder met een erfrente van 700 pond Doorniks, en ziet af van zijn gebeurlijke rechten op Loon en Chiny.
 
1323-1336
Lodewijk IV, graaf van Loon, houdt zich eerst afzijdig in de strijd tussen de ridderfamilies d'Awans en de prins-bisschop met de Waroux.
 
1342 Godfried, Diedericks enige zoon, sterft zonder nakomelingen. Nieuwe aandrang van het kapittel bij prins-bisschop Adolf en Engelbert.
 
1343 Instelling te Luik: "Raad van de XXII" om openbare ambtenaren te oordelen. 4 + 4 + 4 leven van 3 staten, 2 x 8 + 1 van goede steden waaronder Tongeren en Sint-Truiden.
 
1349 De weduwe van graaf Lodewijk IV hertrouwt met Gewijde van Dampierre. Zij had van Lodewijk geen kinderen, maar deze had een onwettige zoon.
 
1350 Arnold van Rummen tekent mede de Keure van Cortenberg. Zijn vrouw, Elisabeth van Vlaanderen, was de weduwe van een schatrijke koopman.
 
1352 Weeral geen deken te Borgloon. De visitator komt en vindt de kerkelijke tucht in verval. De prins-bisschop neemt maatregelen.
 
1357 Graaf Diederick is te Maastricht aanwezig bij het huwelijk van Godfried van Daelenbroeck, zijn neef aan wie hij Loon en Chiny wil overlaten.
 
1358 Prins-bisschop Engelbert de la Marck stelt een reglement op voor de collegiale kerk van Borgloon, dit om de misbruiken van de kanunniken tegen te gaan.
 
1346-1361
Diereick van Heinsberg, graaf van Loon, betwist zijn recht van opvolging tegen het kapittel van Luik dat beweert dat Loon terug moet naar Luik.
 
1361 Het kapittel en de burgerij eisen de inlijving van Loon bij Luik. De prins-bisschop valt het graafschap Loon binnen, brandt Bilzen plat en belegert het kasteel van Stokkem.
 
1361-1362
Godfried van Daelenbroeck, graaf van Loon, versterkt het kasteel van Stokkem. De edelen zijn met hem, het kapittel en de burgerij niet.
 
1362 Na de val van Stokkem koopt Arnold voor 80.000 pond de rechten op Loon en Chiny van Grodfried van Daelenberg. Het geld komt van zijn rijke vrouw.
 
1364 Jan van Arckel wordt tot prins-bisschop van Luik benoemd. Even voor deze benoeming heeft Arnold het graafschap Chiny aan de hertog van Brabant verkocht. Hij werft zich een leger aan en neemt Wuest-Herck in. De momber van Luik komt Wuest-Herk ontzetten en neemt het kasteel van Hamal (bij Rutten) in. Arnold en zijn neef verzamelen een leger te Grevenbroek, onder Achel, en komen zich nestelen in het versterkte kasteel van Rummen. De prins-bisschop en de Truienaars belegeren 9 weken lang het slot en verwoesten het. Arnold moet het graafschap Loon afstaan aan Luik.
 
1365 Het graafschap Loon wordt ingelijfd bij Luik. Het behoudt zijn wetten en zijn gebruiken. De prins-bisschop laat zich vervangen door een hoog-drossaard, schouten, enz.
 
1362-1366
Arnold van Rummen verzet zich tegen de inlijving bij Luik en doet zijn rechten op het graafschap Loon en Chiny gelden.
 
1372 Borgloon en Hasselt worden voor de eerste maal afzonderlijk genoemd onder de goede steden in de "Eerste Vrede van de XXII".
 
1378 De kerkscheuring van Avignon: 2 pausen, Urbanus te Rome en Clemens VII te Avignon. Elk benoemt een prins-bisschop te Luik.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 1 van 53, p.7
 
1379 Arnold van Horne wordt door paus Urbanus benoemd, krijgt de voorkeur te Luik en wordt er ingehuldigd.
 
1389 Jan van beieren wordt als prins-bisschop van Luik verkozen. Hij is nog geen 17 jaar oud. Paus Bonefatius IX keurt het goed.
 
1397 Als deken te Borgloon wordt Gilbert van Gruythuizen vermeld. Hij is zeer ijverig in zijn bedieningen.
 
1399 Waarschijnlijk valt in dit jaar de romaanse toren van de collegiale kerk van Borgloon om, of hij wordt afgebroken.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 1, p.11
 
1400, 23 september (donderdag)
Er wordt een overeenkomst gesloten tussen het kapittel en de raad van Borgloon tot het bouwen van een nieuwe toren.
 
1401 Jan van Beieren, prins-graaf, beslecht de grens twist tussen Neerpelt, Lille en Achel
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 1, p.17
 
1402 Denijs de Karthuizer wordt te Rijkel geboren. Hij zal in 1471 te Roermond overlijden.
Bron: J.Daris
 
1406 De nieuwe kerktoren met ogivale vensters en slanke spits is voltrokken. Kort daarna wordt de grote klok Benedicta gegoten.
 
1408 De revolutie van de rechtshaters (haydroits). De kanunniken vluchten naar Diest. Ze komen terug na de Slag van Othée en herstellen de half verwoeste kerk.
 
na 1408
Het schepenhof en andere gemeentelijke instellingen worden afgeschaft.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 1, p.35
 
circa 1408
Joanna Ida van Loon sticht te Borgloon een begijnhof (gasthuis, hospitaal) in de omgeving van de Gasthuissteeg. Joanna Ida van Loon woont te Luik.
 
1418 Keizer Gigismund herstelt het oude gemeenteregime.
 
1431 Maria van Colen sticht een klooster van Kruisheren te Borgloon. Het was gelegen buiten de Keulse poort, tegenover de Burchtgracht. De pastoor weigert hun 5 jaar lang de toelating hier te verblijven.
 
1397-1438
Arnold de Rijke is deken te Borgloon.
 
1438 De pastoor van Kerniel stemt toe in de stichting van een klooster te Colen. Er komen 8 cellen voor paters Kruisheren van Uden. Alles is van stro [onleesbaar], kapel.
 
1439 De paters Kruisheren komen naar Colen. De kapel wordt gewijd. Kloosterlinge [onleesbaar] zegent Mariënlof. Jan van Gutschoven en Dorothea van Schoenhoven zijn de weldoeners-medestichters van de abdij. Zij worden later in de kapel begraven. Maria van Colen sterft in Italië op haar terugreis van Rome.
 
1448 Een dievegge uit Broekom wordt door de schout gevangen, ter dood veroordeeld en in een poel vermoord.
 
1451 De pastoor van Kerniel gaf aan de paters onmiddellijk de toelating, mits zekere voorwaarden. Kardinaal de Cusa keurt dit goed. Voordien hadden de paters te Borgloon geen toelating gekregen voor dit initiatief.
 
1456 De magistraat van Loon verleent aan de paters van Colen het poorterschap van Loon mits 100 patacons en 25 gulden registratie.
 
1457 Het leenhof van Kuringen wordt verenigd met dat van Maaseik. De zetel van het feodaal hof bleef te Maaseik tot in 1459.
 
1459 Ernest van Beieren, de prins-graaf, brengt het feodaal hof van Maaseik terug naar Kuringen.
 
1438-1461
Deken is Arnold van Storuelt. Sinds lang worden te Borgloon de leken begraven op het parochiekerkhof, gelegen achter de kerk, op de plaats waar thans de sacristie en de tuin van de dekenij ligt. De geestelijken werden in het prieel van het kapittel begraven, thans Speelhof genoemd.
 
1462 Burgeroorlog onder Lodewijk van Bourbon. De Cluppelslagers verbranden op de markt te Loon de registers en vermoorden de pastoor van Bommershoven.
 
1465 Een generaal van Karel de Stoute slaat hier zijn kwartier op om de Couleuvreniers (?) te Wellen te bedwingen.
 
1466 De pest, de grote plaag uit de middeleeuwen, woedt te Borgloon. Bijna alle inwoners vluchten de stad uit.
 
1466 Schermutselingen te Oetersloven bij Wellen. Karel (de Stoute ?) sticht er in de kluiskapel een jaargetijde voor gesneuvelde ridders. Thans is deze plaats een bedevaartsoord.
 
1467 Na de Slag van Brustem kwamen de Bourgondiërs Loon plunderen. Steden moesten keuren afstaan, vestigingen slechten, grachten vullen. Loon ... sinds toen bestonden hier geen vestingen (?).
 
1469 Ernest van Beieren, prins-graaf brengt het feodaal hof van Maaseik terug naar Kuringen, sinds toen bestond hier geen vest...
 
1471 Lodewijk van Bourbon, de prins-graaf, vergunt de verplaatsing van het Hof van Vliermaal naar Borgloon. Hasselt verijdelt dit plan.
 
1472 De collegiale kerken van Luik en Loon worden door paus Sixtus IV onttrokken aan het bisschoppelijk toezicht. (Aartsdiaken van Haspengouw).
 
1474 Het kapittel van Loon laat zijn scholaster toe zijn hof [diender huidige dekenij (?)] te verhuren op voorwaarde.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 3, p.91
 
1477 De schepenen van de Loonse binnenbank vervangen het personeel van Graeth dat als buitenbank fungeert. Reden: onbekwaam voor de taak.
 
1477 Maria van Bourgondië schenkt aan Loon de voorrechten terug die Karel de Stoute hen ontnomen had.
 
1482 Burgeroorlog te Luik. De troepen van Maximiliaan van Oostenrijk plunderen Loon, eisen grote geldsommen en nemen de deken, de kanunnik(en ?) en de burgemeester als gijzelaars.
 
1482 Deken Nicolaus van Hamal sticht het broederschap van de Heilige Rozenkrans met zaterdagse mis en lof. De pauselijke legaat die hier (tijdelijk ?) verbleef, keurt dit goed.
 
1483 De soldaten van Maximiliaan van Oostenrijk stichten brand in de abdij van Colen en plunderen de kapel van het klooster.
 
1488 Nieuwe burgeroorlog te Luik. De steden herstellen hun vestingen. Loon kan dat niet. Zij versterken de kerk. Belegerd, beroofd van zilverwerk te .... (?).
 
1497 Na eeuwen van worsteling ziet ons land een tijdstip van rust en herstel aanbreken.
 
1501 Het gebruik wordt ingevoerd om aan de elevatie van de mis de beeklok te kleppen, opdat de afwezigen zich met de aanwezigen verenigen.
 
1501 Moeilijkheden tussen het kapittel en Vandennieuwengracht, de dienstdoende pastoor, over het bijwonen van de kapitteldiensten.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 3, p.131
 
1504 Dood van Renier van Hulsbergh genaamd Schaloen, heer van Herten en scholtus van Borgloon.
 
1505, 6 maart (donderdag)
Willem van Merode legt de eerste steen van de stenen kerk van de abdij van Colen.
 
1514 Joris Waghenaer giet de banale klok die nu nog in het belfort van het stadhuis hangt. Zij heet Odilia en kost 1055 F geplaatst.
 
1516 Stichting van de H.Barbara in onze kerk door Hendrik van Hinnesdael. Paus Leo X keurt die stichting goed.
 
1515-1517
De cijnshoven Rullecoven (Kerniel), Boeshoven (Borgloon), Petersheim (Gotem), Keempt en Habroeck (Kerniel) verdwijnen. Graethem vervangt ze.
 
1520 Pastoor Charles, een Waal, neemt ontslag. Zijn opvolger, Alexander, krijgt de toelating hier afwezig te zijn tot het jaar 1520.
 
1521 Pastoor Alexander sterft. J. de la Blocquerie die nog hoogstudent is te Leuven wordt benoemd. Hij vestigt zich echter niet te Borgloon, maar wel te Tongeren als kanunnik.
 
1521, 9 december (maandag)
In een akte is er sprake van "het Steen te Terlocht" met als regenoten Jan Smets en Gheurt van den Edelbampt.
 
1522 Jan Copis uit Borgloon wordt door paus Adrianus VI verheven tot de bisschoppelijke stoel van Terracine.
 
1523 Er heerst een harde winter in het Land van Loon. De oogst mislukt en er volgt een nijpende levensduurte.
 
1524 Samen met de koude en hongersnood van dat jaar krijgen wij nog af te rekenen met melaatsheid die door de Kruisvaarders is overgebracht.
 
1526 De kerk laat de prachtige koperen koorlezenaar vervaardigen. Hij wordt nu nog bewaard.
 
1527 Jan Copis, bisschop van Terracine, sterft te Rome en wordt begraven in de kerk "del Anima".
 
1529 Het kapittel en het stadsbestuur kopen samen het torenuurwerk voor 600 pond.
 
1530 Broeder W. Vanhaeren, brigittijn, herstelt het oude orgel, voegt 5 spelen (registers?) bij en stemt het instrument een toon lager. Kosten: 48 Rijnse gulden.
 
1499-1530
De deken Servatius Gorren laat misbruiken in de kerk en parochie toe. De pastoor is afwezig. Een Waal uit Seraing wordt benoemd tot ... (?). Kapelaan G.V.D. Nieuwengranden (?) vervangt hem.
 
1531 Wederom pest. De oppassers en huisgenoten van de zieken moeten 6 weken afgezonderd blijven.
 
1532 De prins-bisschop beveelt de hervorming van het Geestelijk Hof en een merkelijke vermindering van het aantal feestdagen.
 
1531-1532
Het bestuur neemt maatregelen tegen de verspreiding van de pest; vreemde landlopers worden verbannen.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 4, p.149
 
1532 Het eerste heksenproces: Belie Rombaut van Broekom wordt levend verbrand te Borgloon.
 
1534 De magistraat betaalt aan schoolmeester Jan 17 rijnsgulden. Er zijn 2 klassen.
 
1535 De kruisheren van Colen voltooien hun kerk. Paters en broeders werkten er samen 30 jaar aan. Deze kerk staat er nu nog te Colen.
 
1538 Inhuldiging van prins-bisschop Cornelius van Berghen als graaf van Loon. Hij is raadgever van Margaretha van Oostenrijk, de tante van Karel V.
 
1540 Er heersen hongersnood en levensduurte. Prins-bisschop, Joris van Oostenrijk, neemt voorzorgsmaatregelen.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 4, p.165
 
1541 Vijf heksen worden te Borgloon verbrand.
 
1544, januari
Keizer Karel trekt, op weg naar Spiers, door Borgloon. Hij gebruikte het middagmaal te Sint-Truiden en het avondmaal te Tongeren. NB. De Vrede van Spiers was een vredesverdrag in 1544 tussen het Heilige Roomse Rijk en Denemarken dat de Nederlandse scheepvaart weer vrije toegang tot de Oostzee gaf na de Deense Successieoorlogen. Het verdrag werd getekend op 23 mei 1544, tijdens de rijksdag van Spiers (Duitsland).
 
1545 Keizer Karel komt nogmaals te Borgloon voorbij tijdens zijn reis van Worm naar Brussel. Hij gebruikte het middagmaal te Tongeren en het avondmaal te Sint-Truiden.
 
1547 Gerardus Vossius (alias Voskens) wordt geboren in het huis dat later achtereenvolgens dienst zal doen als hospitaal en rijkswacht (en bankkantoor Kredietbank).
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 4, p.167
 
1550 Karel V trekt met Philips II nogmaals door Borgloon. Ze zijn op weg naar Augsburg.
 
1551 De drost van Graeth verhoort 421 personen als getuigen in het heksenproces van Margriet Herroes. Zij wordt gefolterd op een ladder, op de pijnbank (duivengaten), schoeisels van schaapsleder bij het vuur gezet. Niets lukt. Zij wordt dan maar op zolder opgesloten.
 
1555 Er is een ordonnantie die aan de adel en aan het plebs verbiedt hun namen te veranderen.
 
1557 De Spaanse troebelen zijn erg voor Borgloon.
 
1557 Pastoor De la Blocquerie sterft. Hij verbleef nooit te Borgloon, evenals zijn opvolger.
 
1565 Weer eens strenge vorst, mislukking van de oogst en levensduurte. Prins-bisschop Gerard van Groesbeek doet zijn best om de nood te lenigen.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 5, p.191
 
1566 De protestanten houden geheime vergaderingen in de krocht (?onduidelijk) van de abdij te Sint-Truiden.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 5, p.193
 
1567 De beeldenstormers manifesteren zich te Hasselt, Spalbeek, Kuringen, Kermt enz.. Kruisbeeld van Sint-Kwinten te Hasselt ... [zin lijkt mij niet af]. De prins-bisschop ziet zich verplicht Hasselt gewapenderhand in te nemen.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 5, p.197
 
1567, 24 december (woensdag)
Aanhoudingsbevel tegen Cremers uit Zonhoven. (Nota van broeder Severius: zie H. V [Henrotay, deel V] interessant!).
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 5
 
1568 De hertog van Alva krijgt de toelating om te Tongeren enkel een magazijn voor mond- en krijgsvoorraden in te richten.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 5, p.201
 
1568, 9 oktober (zaterdag)
Willem de Zwijger neemt Tongeren in, maakt Alva's voorraad buit, plundert de stad, de kloosters en de kerken.
 
1568, 11 oktober (maandag)
Willem de Zwijger komt te Borgloon kamperen, doet ketterij prediken, heiligenbeelden verbranden op de markt, de kerk plunderen en geld afpersen.
 
1568, 15 oktober (vrijdag)
Willem de Zwijger trekt naar Sint-Truiden en plundert de stad. De abdis van Herckenrode heeft zich op dat ogenblik daar verstopt en vlucht verkleed op een boerenkar.
 
1569 Jan van Entbroeck wordt tot pastoor van Borgloon benoemd. Hij verblijft ook te Borgloon. Zoiets was in meer dan 100 jaar niet meer gebeurd.
 
1570 Verder onderzoek van de misdaden van 1568. Geurt Vandenhoeve van Ulbeek wordt verhoord op de plei. Voor landverraad wordt zijn rechterhand afgekapt en daarna wordt hij opgehangen. Zijn lijk wordt buiten de stad op een rad tentoongesteld.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 5, p.205
 
1571 Het kapittel van Aldeneik wordt overgebracht naar de parochiale kerk van Maaseik.
 
1572, 25 september (donderdag)
Joanna de Merode, burggravin van Loon en gehuwd met Willem van Berloz, sterft.
 
1573 Wederdopers, op de vlucht voor Alva, verschuilen zich in het Land van Loon. Ze worden echter ontdekt, veroordeeld en uitgemoord.
 
1576 Het reglement van de boogschutters Sint-Sebastiaan. Het berust (N.d.R.in de jaren 1910-1921) te Borgloon op de Markt bij Walter Ghijsens.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 5, p.219
 
1577 Het leger van de Staten Generaal maakt zich meester van Borgloon. Ze doden pastoor J. van Entbroeck in zijn huis, genaamd "In den Engel", gelegen op de Markt.
 
1530-1580
Deken Pieter Bardoul van Hoei. De Lutherse ketterij vond reeds ingang in het Graafschap Loon voor 1530. Andreas Regellis van Kerniel wordt te Kuringen verbrand wegens ketterij.
 
1580 Prins-bisschop van Goesbeek heeft veel werk met de Spaanse soldaten die in alle steden van het Graafschap Loon trachten binnen te dringen.
 
1581 De magistraat en de zeven ambachten werken ijverig om de stadspoorten en de wallen van Borgloon in staat van verdediging te brengen.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 6, p.237
 
1581 Testament van Marie Bertrand uit Crisnée. Zij beschuldigt Anna van Wouteringen te Borgloon. Deze geeft zich over in het heksenproces.
 
1582 Geschil tussen het kapittel van Borgloon en de parochiepriesters over het gebruik het Luiker of nieuwe Roomse brevier. Prins-bisschop Ernest van Beieren beveelt aan elkeen traag, zedig en verstaanbaar te zingen volgens het oud gebruik van de kerk van Borgloon.
 
1582 Het begijnhof samen met de kerk van Graeth gaat over van de Cisterciënzers van Villers naar het kapittel van Sint-Lambertus uit Luik. Het Munckhof te Hex wordt verwisseld tegen goederen die het kapittel bezat te Sint-Andries, dicht bij Villers.
 
1583, 10 februari
De prins-bisschop voert te Luik en Loon de Gregoriaanse kalender in. Daags na 10 februari 1583 komt de 21 februari 1583, en niet 11 februari 1583.
 
1584 Het feodaal leenhof van Kuringen werd terug naar Kuringen gebracht. Sinds 1457 was het gevestigd te Maaseik. [Broeder Severius, de opsteller van deze kroniek, plaats er een aantal vraagtekens bij].
 
1584 Prins-bisschop Ernest van Beieren verplaatst de leenzaal van Kuringen naar Hasselt. De naam "Edele Leenzaal van Curingen" blijft.
 
1588 De geboorte van deken Herman Stravius in het hotel "De Wildeman", gelegen op de hoek van de Kortestraat en de Papenstraat. Hij wordt kanunnik in 1608 en priester in 1632.
 
1591 Prins-bisschop Ernest van Beieren wordt te Borgloon ingehaald als graaf van Loon. Er is een grote plechtigheid in de kerk, op de Burchtgracht en in het stadhuis.
 
1592 Er is een massavervolging van heksen te Graeth. C. Hannaerts uit Berlingen, G. Meugens uit Borgloon, P. Plumers uit Vrolingen, Maria Bampts uit Borgloon en Mar. Billen [..... belangrijke tekst onleesbaar].
 
1598 In een stichtingsakte vindt men: "... eligunt in choro, ubi statasinus in ecclesia Lossensis". Bedoeld wordt het Ezelsfeest op Palmenzondag.
 
1599 Geboorte van Johannes Mantelius, Augustijner pater uit Hasselt. Hij schrijft later de "Historia Lossensis". Zijn handschrift wordt later uitgegeven ... [tekst stopt, N.d.R. ... door Robijns].
 
1601 Ferdinand van Beieren, 18 jaar oud, wordt hulpbisschop met recht van opvolging van zijn oom prins-bisschop Ernest van Beieren.
 
1601 In het stadhuis vindt men de 7 ambachten: smeden, bakkers, brouwers, vleeshouwers, lakenmakers, schoenmakers, kremers.
 
1604 De kapitein van de Spaanse soldaten verplicht Borgloon een deel van haar goederen te verkopen om aan zijn afpersingen te voldoen.
 
1606 2500 Spaanse muiters uit Diest overmeesteren Loon. Ze blijven er 8 dagen en eisen grote sommen voor de gijzelaars.
 
1606 Borgloon wordt overmeesterd door 2500 Spaanse muiters uit Diest. Ze blijven 8 dagen en eisen grote sommen voor gijzelaars.
 
1608 Laurens Polus, gewezen kanunnik, met toelating van de paus, trouwt met Catharina Dujardin. Prins bisschop Ernest benoemt hem tot advocaat bij het Geestelijk Hof van de Officiaal. Hij werd later vermoord.
 
1609 Het hof van Horpmaal verbrandt verscheidene heksen. Ze worden verbrand op de gemeentegrens Oreye-Heers-Horpmaal.
 
1610 Elisabeth Engelen uit Hex wordt te Borgloon verbrand.
 
1610-1611
Een tweede massavervolging van heksen te Graeth. Marie Muysmans uit Hex verklikt Jan Guyens die door pastoor Tinctorius tevergeefs verdedigd wordt.
 
1612 Dood van Ernest van Beieren. Hij werd 62 jaar oud en was bisschop van 4 bisdommen en aartsbisschop van Keulen.
 
1612, 2 maart (vrijdag)
Ferdinand van Beieren volgt Ernest van Beieren op. Hoewel hij geen priester is, is hij toch prins-bisschop van Luik, Paderborn, Hildesheim, Munster en aartsbisschop van Keulen. De paus schenkt hem vrijstelling opdat hij het Huis van Beieren zou kunnen voortzetten.
 
1613 De pauselijke nuntius A. Albergeti bezoekt Loon. Hij ontslaat pastoor Tinctorius uit zijn ambt (oud, doof, geheugenloos) en stelt kanunnik Math. Loeckman als hulppastoor aan.
 
1580-1616
Deken Herman Stravius van Hendrieken, een lid van de beroemde familie Strauven, vervangt deken Bardoul.
 
1616 Een heksenproces. Een 70-jarige vrouw uit Houthalen bezwijkt op de plei. Vele personen worden door haar "testament" aangehouden.
 
1619 Borgloon krijgt nieuwe relikwieën van Sint-Odulphus. De bisschop van 's Hertogenbosch kreeg ze van het kapittel van Utrecht.
Bron: Limburg, jaargang 25, nr.2
 
1619 Het kruis op de "pruin" (het perron) wordt vernieuwd voor 12 gulden door een zekere Warny. Het perron stond midden op de Markt.
 
1622 Een melaatse te Borgloon: Georges Stevens. De pastoor brengt hem naar de leprozerie op Terlocht en zegende dit lazaret kerkelijk in.
 
1623 Gh. Schobben, burgemeester en Jan de Horion, schepen worden uit het venster van de raadkamer geworpen wegens een onwettelijke aanhouding van moordenaar Ruts van Gangelt.
 
1623, augustus
De portier van de Steenrepoort vergeet deze te sluiten. Ruiters van Breda achtervolgd door ruiters van Maastricht dringen in Loon de stad binnen en geraken er slaags. Lonenaars mengen zich in het straatgevecht en worden gedwongen het gelag te betalen.
 
1625 Nog altijd pest te Borgloon. Men gaat op bedevaart naar Sint-Rochus te Ulbeek. De pastoor wordt door ziekte weggerukt. Een graanschaarste volgt.
 
1626 De Nederlandse regering maakt plannen om een kanaal te graven van Maastricht naar Antwerpen, dwars door het graafschap Loon. De prins-bisschop zendt Godfried van Bocholt om dit plan tegen te werken. Het kanaal is er nooit gekomen.
 
1626 Het gerucht deed de ronde dat de Nederlandse regering plannen maakte om een kanaal te graven van Maastricht naar Antwerpen door het graafschap Loon. Prins-bisschop zond Godfried van Bochelt om dit plan tegen te werken. Het kanaal kwam er niet.
 
1627 De benoeming van de pastoor(s) blijft uit. Jan Cel kan Gotem en Borgloon niet meer blijven bedienen. De prins-bisschop benoemt Robert Geloes van Hasselt.
 
1629 Tilly met zijn keizerlijke troepen te Borgloon. Kanunnik Erasmus, nog maar onderdiaken, neemt dienst (enrolleert zich). Het kapittel vermaant hem.
 
1630 Het kapittel maakt een lijst van de verplichtingen van de kanunniken, de beneficianten en de gestichte missen. Regelde de rubrieken (onduidelijke zin).
 
1632 Het kerkhof wordt ontheiligd door bloedvergieten: een priester werd aangerand. Het kapittel vraagt aan de nuntius het te mogen herwijden, deken ... (onleesbaar).
 
1633 De burgemeester Gh. Schobben, en de schepen Jan de Horion worden uit het venster van de raadskamer geworpen wegens de onwettelijke aanhouding van Ruts van Gangelt die een moord gepleegd had.
 
1633 Van voor de 16de eeuw had Villers het bestuur van het hospitaal aan de 7 ambachten gegeven. Nu was de magistraat er baas. Hij staat het vruchtgebruik af aan een gasthuismeester. Het (hospitaal) was gelegen tegen de kapel, werd verwaarloosd en later heropgebouwd waar nu de Rijkswacht is (en in 1995 de Kredietbank).
 
1635 De Kroaten van Jan van Weert besmetten de stad met pest, die de bevolking in grote getale wegrukt (decimeerde). De burgers leden 20.000 florijnen schade.
 
1636 De Kroaten plunderen: Haebroek te Kerniel, de winning van Herckenrode te Kuttekoven, de abdij van Colen te Kerniel, Oude Biezen te Bernissem, Veulen, ... De stad Bree verdedigt zich maar Jan van Weert wreekt zich. Hij vernielt de Kempen. Bilzen en Tongeren worden in as gelegd.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 8, p.360
 
1636 De magistraat richt pesthuisjes op buiten de vesten (nu kerkhof). In 1668, 1669 en 1676 deden ze nog eens dienst. Later kwam daar een kluis.
 
1636 Het kapittel van Loon won een proces wegens hun juridictie over Boyenhoven.
 
1636 Lambert Vanormelingen wordt ingehuldigd als nieuwe pastoor. Hij zal samen met koster Cox, één burgemeester en 4 raadsleden het slachtoffer worden van de pest. Te Horpmaal, waar er tijdens de gewone jaren 6 sterfgevallen zijn, zijn er nu 60. Het kerkhof van Borgloon wordt met een laag zand en kalk bedekt.
 
1636 Nieuwe pastoor Lambert Vanormelingen wordt ingehuldigd. Hij werd samen met koster Cox, één burgemeester en 4 raadsleden slachtoffer van de pest. In Horpmaal waren 60 sterfgevallen in plaats van 6 op de gewone jaren. Het kerkhof van Borgloon werd met een laag zand en kalk bedekt.
 
1636, 14 april (maandag)
De prinsbisschop van Osnabrück, gevolmachtigde van Ferdinand van Beieren, legde aan de kleine steden van Luik-Loon op te leveren aan de Lorreinen van Jan van Weert: 24.000 vaten koren, circa 1.200 tonnen bier ( in mei nog), 12.000 vaten koren en 1.200 tonnen bier.
 
1636, 29 mei (donderdag)
Onze prins-bisschop zit veilig te Bonn. Osnabrück, de gevolmachtigde, roept de stadsoverheden bijeen te Borgloon. Jan (van Weert?) dwingt pater Guardiaan de afgezanten van Sint-Truiden te vervangen omdat de weg van Sint-Truiden naar Loon niet veilig genoeg was om op 30 mei naar Borgloon te gaan.
 
1637 De onkosten worden beraamd voor werken aan de toren en de klokken.
 
1637 Er is een waterput op de Markt. Aan W. Smets wordt 6 gulden en 4 stuivers betaald voor ketel en tobben van put.
 
1637 Hendrik Stravius is de schoolmeester van de stad.
 
1638 Ferdinand van Beieren verkreeg voor Luik en Loon vrijstelling van militaire inkwartiering.
 
1638 Het kapittel van Borgloon wint een proces wegens hun juridictio over Boyenhoven.
 
1639, 9 november (woensdag)
In plaats van J.J. d'Argenteau werd Walter van Mettecoven als burggraaf van Loon plechtig aangesteld.
 
1640 De regering versterkte het garnizoen van Grevenbroeck en gebood Willem van Bocholt om de indringers terug te slaan.
 
1640, 8 mei (dinsdag)
Keizer Ferdinand III verleent aan Richardus Polus en aan zijn wettige afstammelingen een diploma van adeldom.
 
1641, 17 februari (zondag)
Joris Pauli (Polus) werd te Bonn tot bisschop van Joppe gezalfd. Een eer voor Loon.
 
1641, 3 november (zondag)
Richard Polus, de broer van Joris, wordt door prins-bisschop Ferdinand van Beieren tot hulpbisschop benoemd. In 1642 wordt hij gezalfd te Brussel.
 
1643 Richard Pauli-Stravius verkrijgt dat de Brigittijnen een klooster mogen stichten te Borgloon voor 12 religieuzen. De Brigittijnen komen van het klooster Sint-Sixte bij Poperingen.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 9 p.393
 
1646 Het hospitaal van het nieuwe begijnhof (intra muros) wordt afgeschaft en aan de paters gegeven onder zekere voorwaarden.
 
1646, 26 oktober (vrijdag)
Het tractaat van Westfalen stelde een einde aan de Dertigjarige Oorlog: bloedvergieten, plunderingen, brandstichtingen en geldafpersingen.
 
1647 In dit jaar mislukt de oogst. De maatregelen tegen opkopers en smokkelaars komen terug in voege.
 
1648 Bisschop Richard Polus wijdt de kerk van Kortenbos in. De abt van Averbode, tiendeheffer van Kozen, had ze doen bouwen.
 
1649, 31 juli (zaterdag)
Nachtelijke betogingen tegen de raad van Borgloon wegens de Brigittijnen.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 9, p.403
 
1651 De 4 altaren in de grote beuk van de collegiale kerk worden afgebroken en hun titels worden overgebracht op de altaren in de zijkapellen.
 
1651 De winning van Munckhof bij Heks wordt verdedigd door circa 40 boeren. De Lorreinen nemen ze in en doden ongeveer 10 man.
 
1616-1653
Deken Lockman-Stravius, ijverig en talentvol. Andreas van Corswarem was pastoor, hij vroeg een pastoorshuis maar bekwam slechts een vergoeding.
 
1654 De hertog van Lorreinen neemt Loon in, plundert kerken en burgerhuizen en pleegt allerlei gewelddaden. Het begijnhof te Graeth wordt in as gelegd. Bilzen, Peer, Hamont worden verbrand, Herk-de-Stad (Wuestherck) en Herckenrode worden geplunderd, evenals Alden Biezen en Munsterbilzen. Ze stelen of verwoesten het archief van Borgloon, verwoesten de heerlijkheid Herten en branden de pastorij af die nooit meer heropgebouwd werd.
 
1656 Algemeen onderzoek te Loon. Mattijn van Rullekoven wordt beticht van toverij, hij zou een jongen genezen hebben. Lysken Nelissen van Niel wordt ook beticht.
 
1656 De heks Ida Vreven wordt beticht van tovenarij. Zij was doodarm. De drost wil de gemeente doen betalen maar de burgemeester weigert. Officiaal dwingen hem .... [onleesbaar].
 
1656 De stadrekening vermeldt: W. vanden Zavel 28 stuivers voor het vegen van de put ten noorden van het stadhuis [dus midden van de markt].
 
1656 Jan van Edelbampt, de secretaris, beschrijft voor het eerst de grensbepalingen van Borgloon. Een stoet bestaande uit burgemeesters, schout, schepenen, raadsleden, ambachten, schoolkinderen en vele inwoners van Borgloon, volgt de beschreven grenzen.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 10, p.430
 
1659 Grote brand te Borgloon. Het kapittel, de Raad, inwoners en de deken met het Heilig Sacrament kwamen erbij: brand geblust. Dankmis met processie.
 
1661, 15 augustus (maandag)
Personen van Loon die naar Terlocht gingen, vonden nabij Sint-Roket (Rochus) een zekere Lenel Vanlangenaken van Jesseren vermoord liggen.
 
1661, 18 augustus (donderdag)
Een zekere Dirick Ouwerx, een bedevaarder van Kortenbos, getuigt in de moordzaak van 15/08/1661.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 10, p.448
 
1653-1663
Deken Herman Stravius had bij de verkiezing een gelijk aantal stemmen als Willem Polus. Hij werd deken wegens zijn deugden en diensten.
 
1664 Het hospitaal bij het begijnhof van Graeth dreigt, door nalatigheid van gasthuismeester T. Peters, in te vallen. Men bouwt er een nieuw. Het oude stond naast de kapel, het nieuwe aan de overkant van de weg (waar nu de Rijkswacht is, in 1995 de Kredietbank).
 
1664 Het klooster van de Brigittijnen wordt voltooid en wordt gewijd aan O.L.V. van Bijstand. Paters kochten de weiden tussen hun hof en de stadswallen (vroegere Normaalschool).
 
1665 Heksenproces tegen Tjenne van Brouckom. Ze werd verbrand op de grens van Hoepertingen - Borgloon - Gotem. (Nu wordt de plaats Tjenneboom genoemd).
 
1667, 10 december (zaterdag)
Willem Vanlangenaken van Grootloon sterft. Deze kanunnik van de O.L.V.-kerk te Aken stichtte verscheidene studiebeurzen die nu nog bestaan.
 
1668 De 7 ambachten bevolen dat het 's Grevenhuis te herstellen. Men begon dadelijk maar het werk duurde jaren. Henrotay beweert tegen De Borman dat het hersteld en niet herbouwd werd.
 
1668 Pest in Loon. Pastoor Willems muntte uit door zelfopoffering. De Raad verwijderde de vreemdelingen, de toegang tot de markten werd hen verboden.
 
1673 Proces te Borgloon wegens moord op de weg van de Steenrepoort naar Terlocht.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 11, p.499
 
1674 Proces tussen de pastoor van Borgloon en de kruisheren van Colen over een stuk land.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 12, p.?
 
1674 Wanorde in het kapittel. Een beneficiant steekt secretaris Omalia met een mes en sloeg kanunnik Favereau. Een ander kwetst de deken.
 
1675 De prins van Oranje dreigt de stad en de kerk te verbranden. Het kapittel moet eerst 3.000 en later nog eens 6.000 gulden betalen. In 8 jaar samen 12.000 gulden.
 
1676 Jozef Derwael betrekt de kluis aan de vesting, mits er een kapel te bouwen en de zieken in hun huis op te passen. Hij droeg een bruine pij.
 
1677 Er blijft 60 bunderland van het kapittel onbewerkt. De opbrengst wordt toch aangeslagen.
 
1677, 15 maart (maandag)
Het kapittel moet 600 gulden lenen om te ontsnappen aan de krijgsdwang van de Hollanders.
 
1677, 28 augustus (zaterdag)
Calvo, de Franse gouverneur te Maastricht, plundert Tongeren. Hij steekt het stadhuis, 3 kerken, kloosters en circa 600 huizen in brand. Hij toonde zich barbaarser dan de Vandalen in 375, Attila in 480 en de Noormannen in 881.
 
1677, 14 september (dinsdag)
Calvo komt terug naar Tongeren. Hij brandt het klooster van de Predikheren en meer dan 100 huizen af.
 
1677, 4 oktober (maandag)
Tongeren wordt voor de 3de maal door de Fransen geplunderd. Op 10 en 18 oktober 1677 herhaalt zich dat nog eens.
 
1661-1678
Deken Gilbert Proesmans: zwak karakter, tucht verslapt. Inkwest van de Nuntius. Oud reglement terug in voege.
 
1678 Lodewijk XIV zendt 20.000 F om de toren te herbouwen. Belachelijk, want men heeft al 40.000 F nodig, alleen om het strikt noodzakelijke te repareren.
 
1679 Er zijn te Borgloon 3 kluizen: a) op de Hulsberg, b) aan de vesting (vandaar de naam Cluissteeg), c) in Engelendaal, de Eivaart, Sittard.
 
1672-1679
Loon had achtereenvolgens Hollandse, Franse en Duitse legers. Men moest 50.000 gulden en de schade aan de burgers betalen.
 
1680 Het 's Grevenhuis is hersteld. Dit moet door de graaf gebouwd zijn voor 1232 en geschonken aan de stad Borgloon toen hij naar Kuringen trok.
 
1680, 12 juni (woensdag)
Een groot onweer barst boven Borgloon los. Hagelstenen als eieren vernielen de oogst. De geteisterden moeten in dat jaar geen bondergeld betalen.
 
1682 Besmettelijke ziekte onder het vee (zoals mond- en klauwzeer). De ziekte verspreidt zich met de snelheid van circa 1 uur gaans per dag.
 
1682 Hercules Visconti, de nuntius, schrijft aan de kanunniken van Borgloon 15 strenge tuchtregels voor.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 13, p.573
 
1683 De prins-bisschop voert een nieuw politiek regime in: geen verkiezing maar loting, dit om omkoping en plaatsbejaging te vermijden. De blinde loting is ook niets !
 
1683 De raad betaalt 24 stuivers aan hen die de dobbelhaken afschieten (canores) op de Burchtgracht tijdens de kermis.
 
1683 J.L. baron van Elderen, deken van het Sint-Lambertuskapittel te Luik, wordt door het hof van Graeth bezitter van de heredij van Gotem.
 
1684 Aan Jan Guffens wordt een rekening betaald voor het herstellen van het dak van het stadhuis, levering van ankerbruggen, planken, schaliën enz. Het volgend jaar moesten ze terugkomen voor nieuwe herstellingen. Dus het stadhuis werd niet "herbouwd" in 1680!
 
1685 Inhaling van de burggraaf H.F. d'Argenteau.
Bron: H.Henrotay, 's Grevenhuis, p.84
 
1692 Te Vroenhoven loopt een procedure tussen Borgloon en Grootloon over het bondergeld en het aanhouden van personen.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 14, p.645
 
1693 Deken Poilevache wil bij zijn dood zijn stichting aan het kapittel vermaken doch dit weigert. Kanunnik Lahaye en beneficiant Reickom kopen het goed.
 
1693 Stichting van de Kluis van Achel door de broeders Augustijnen en door prins-bisschop Lodewijk van Elderen. In de 18de eeuw (of 19de? onleesbaar) zullen er Trappisten komen.
 
1678-1694
Deken Nicolaes Poilevache onderneemt 3 bedevaarten naar Loretto. Hij stichtte op de Hulsberg een kapel naar het model van de kerk van Loretto.
 
1694 Deken Richard Chinay wordt gekozen. Tot in 1706 waakt hij over de trouwe naleving van de statuten.
 
1694 Twee kluizenaars, een Hongaar en een Lonenaar, sterven aan buikloop in de kluis van Engelendaal op de Eirvaart (Sittard).
 
1695 De prins-bisschop geeft een nieuwe reglement voor het kiezen van de magistraat. Daarna volgen nog 2 of 3 reglementen. Geen enkel staat het volk aan en er komt verdeeldheid.
 
1691-1697
Borgloon wordt ingenomen door de Fransen. Zij nemen er de meier, de 2 burgemeesters en 2 burgers als gijzelaars tot aan de betaling.
 
1698, 11 maart (dinsdag)
De raad van Borgloon beslist, zo hun respectievelijke gedeputeerden bij het nemen van de besluiten niet aanwezig geweest zijn met geen van de andere goede steden besluiten van de 3de staat te aanvaarden.
 
1699, 12 februari (donderdag)
In alle kerken van Luik-Loon wordt de kerkband afgekondigd tegen de inwoners van Gutshoven.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 15, p.793
 
1699, september
Er wordt nogmaals door Borgloon, Grootloon, Maastricht, Loon en Luik een proces gevoerd over het bondergeld.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 16, p.749
 
1701, 19 december (maandag)
Prins-bisschop Jos Clemens van Beieren ontslaat de geestelijkheid van militaire inkwartiering.
 
1702 De prins-bisschop hernieuwt zijn reglement van 1695. Het was toen niet onderhouden.
 
1702 De stad betaalt aan M. Guffens 4 gulden en 4 stuivers voor werk aan "die cortigaal" (corps de garde) van de Keulerpoort.
 
1702 Jan Cox onderneemt in dit jaar veel reizen om het Franse leger te gidsen.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 17, p.780
 
1702 Stadsrekening: betaalt 4 gulden en 2 stuivers aan M. Guffens voor werk aan het Cordigaal (corps de garde) van de Keulerpoort.
 
1702, 16 augustus (woensdag)
Lodevicus Ernestus van Voort, heer van Rullingen, sterft. Het kasteel en het blook gaan naar Maria Theresia van Voort.
 
1702, 27 augustus (zondag)
De legers van Holland en Engeland overmeesteren het kasteel van Grevenbroeck en breken het af.
 
1702, 13 september (woensdag)
Boufflers kwam met 5.000 Franse soldaten legeren langs de Romeinse Kassei te Borgloon, te Bommershoven, te Rullecoven te Jesseren en te Kerniel. Op het Munckhof was het hoofdkwartier. Ze fourageerden in heel de streek. Borgloon betaalde 15.000 gulden in levensmiddelen en voeder.
 
1703 De paters Kapucijnen van Hasselt vragen aan het kapittel van Loon hier te mogen stichten. Er komt niets van.
 
1703 Voor de betrokkene oorlogsschade van dit jaar.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 17, p.799-801
 
1703, 27 januari (zaterdag)
Mandement van de geestelijkheid over de huwelijken met vreemde soldaten.
 
1703, 16 mei (woensdag)
Malbourough neemt Bonn in. Prins-bisschop J.C. van Beieren wordt gevangen genomen. Malbourough kwam naar Borgloon, vroeg circa 15.000 gulden. Het kapittel hielp en stond 2 gulden belastingen per bonder af.
 
1703, 10 juni (zondag)
Nicolaus Omalia en Gilbert Vouwé worden voor de derde maal als burgemeesters van Borgloon herkozen.
 
1703, augustus
De Bondgenoten bezetten weer Borgloon, Heks, Horn, Munckhof en Colen. Het hoofdkwartier is deze keer bij de Brigittijnen te Borgloon.
 
1704 Legerkorpsen van de Geallieerden namen de oogst in beslag, kapte ongeveer 25.000 fruit en andere bomen af. Schade dat jaar ongeveer 300.000 gulden.
 
1705 Martin Derwael bijgenaamd Jozef ontvangt uit de handen van pastoor Willems van Loon het kluizenaarshabijt en vestigt zich onder het gezag van vernoemde pastoor, in de Kluis naast de kapel van Loreto, daar gebouwd in 1694.
 
1706 Dit jaar legde het kapittel een nieuwe vloer in de kerk en vernieuwde het retabel van het hoog altaar.
 
1706, 7 augustus (zaterdag)
Moord op Magaretha Vandersmissen, weduwe van secretaris Robijns. De moordenaar Cornelis Wijnants vluchtte en zwierf van stad tot stad. In 1708 werd hij gesnapt en geëxecuteerd.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 18, p.819-830-841
 
1707, 18 mei (woensdag)
Jozef Clemens van Beieren Prins-bisschop van Luik sinds 1694, wordt nu Bisschop gezalfd te Reims door Fénelon, bisschop van Kamereik.
 
1708 Cornelis Wijnants (1706) wordt geradbraakt op de(...) te Loon nabij de nieuwe molen langs de heirbaan.
 
1709, april
Proces tussen de Raad van Loon en Brigittijnen over de uitvoer van granen naar hun pachten te Abswellen.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 19, p.859
 
1711 De stadsrekening meldt dat zes volle amen bier afgedronken werden door de kiezers van den Raad op stadskosten.
 
1711, 11 juli (zaterdag)
Dood van Martin Willems die 45 jaren ijverig, wijs en voorzichtig pastoor was te Loon.
 
1714 De meyer van Gotem stookte de inwoners van de gemeenten rond Loon op processen tegen Loon in te spannen en bondergeld te weigeren wegens onzekerheid betreffende de grensbepaling binnen en buiten de kuip (Luiks en Loons recht).
 
1714 Dit jaar wordt de grens van de gemeente (1656) herzien en door het Kapittel Kathedraal (sede vacante) vastgesteld. Een stoet schouwt. Twee burgemeesters, de raad, de ambachten, de schoolkinderen en het volk deden de omweg over de grenslijn van de gemeenten.
 
1714 Eigendom van Hulsberg gaat over naar kanunnik Lahuy en Reickom die er zelf introkken, later naar de familie Ulens en in 1810 naar Claes Rullingen.
 
1714, 2 december (zondag)
Zondag: plechtige mis in alle kerken om God te danken voor den Vrede. Op 28 september nieuwe landdag te Luik tussen Prins-bisschop en Staten Generaal.
 
1714, 26 december (woensdag)
De Keizerlijke Raad afgeschaft en vervangen door Raad van voor den Oorlog.
 
1715 Proces tussen Loon-Grootloon dat weigert weer schatting te betalen voor goederen te Loon gelegen. Eindigt met overeenkomst.
 
1716 Pastoor Vorst was verslapt in zijn ijver. Sinds dit jaar verwaarloost hij registers van geboorten, huwelijken en overlijden bij te houden.
 
1717 Advocaat Robijns te Luik geeft Mantelius' "Historia Lossansis" en zijn eigen "Diploma Lossensis" uit.
 
1719 Jan Plevoets, oud-Spaans kapitein, vestigt zich te Loon en is een schandaal in de Kerk, op straat, in de herberg Stenenhuis, op het gerechtshof te Leuven, enz. Na het proces tegen Averwijs wordt hij gevangen naar Luik gevoerd.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 21, p.964
 
1717-1720
Een handschrift meldt: de kruisboogschutters gingen jaarlijks vogels schieten op de Clée recht tegenover de poterij van Loon tussen Kuttekoven en Sittard.
 
1724 Tot dat jaar zag men in de Loonse kerk een grafsteen van een Aartsdiaken die hier sinds 1047 lag. Die steen is verloren geraakt.
 
1725 Prins-bisschop Joris Lodewijck van den Berg geeft Loon een nieuw kiesregime dat gesteund is op het lottrekken. Er waren 19 bal-loten.
 
1726 Bevel om in het graafschap gelijktijdig alle vreemdelingen aan te houden om landstroperij en plundering tegen te gaan.
 
1726 Volgens Daris: de instelling van het elfuren gebed. Verdeling van de biduren per straat.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 22
 
1726, 11 maart (maandag)
De benificant Reickom van den Hulsberg kleeft het jansenisme aan en verspreidt het in Loon. Hij wordt afgesteld. De Bex Hable koopt de eigendom en de Kluis wordt betrokken door de nieuwe Kluizenaar Jan Maartens, een eigenaardige eremiet.
 
1730 Verbod door prins-bisschop Lodewijck van Berghen om in processen taferelen van de martelaren te verbeelden.
 
1731 Gaspaer Terkaefs wordt op overspel betrapt, hij bekent en wordt door officiaal Klercks en de landdrossaard gestraft.
 
1733 De prins-bisschop schenkt aan de Sint-Joriskamer, de oude Kolvenierskamer, een nieuw reglement in 32 verdicten.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 23, p.1075
 
1733, 27 juli (maandag)
Pastoor Wilhelmus Vorst sterft. Eerst ijverig en daarna nalatig in zijn ambt (1766); hij laat dienst doen door de pastoor van Hendrieken: op O.L.V. geboorte werd daar in de kapel d'officie van de doop gedaan.
 
1733, 12 augustus (woensdag)
Pieter Box volgt Vorst op. Begint met de verwaarloosde registers in orde te stellen door van huis tot huis te gaan om inlichtingen op te vragen.
 
1735 Geschil Boeshoven-Loon. Die van Boeshoven weigerden hun aandeel te betalen in het onderhoud van de klokken van Loon. De magistraat verbiedt aan koster Pieter Cox te luiden voor de overledenen van Boeshoven. Ze wendden zich tot de grootvicaris. Beslissing is Daris onbekend. Het volk beweert dat Boeshoven won en zijn victorie vierde met een hele dag te luiden. Vandaar een volksgezegde "als er lang geluid wordt te Loon, vraagt men: "Is er iemand dood te Boeshoven?".
 
1735 Proces tussen Arnold Driessen en Jan Groenendaels met zijn broeder Govaert van Kerniel, aangerand en deerlijk toegetakeld.
 
1735, 20 april (woensdag)
Dood van Gijsbrecht Helchtermans, deken van het Concilie van Hasselt. Loon en de meeste aanpalende parochies behoorden tot dit concilie.
 
1736 Jacobus Meyers van Gotem stookt de Kluisenaar Jan Martens (1726) op, die in zijn Kluis op den Hulsberg bier en wit brood verkocht aan de bezoekers van de kapel, om geen bieraccijnzen te betalen aan Loon. Vandaar proces Loon-Meyers Martinus-Luik.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 23, p.1105
 
1736 Nog eens groot proces Loon-Grootloon wegens toepassing van het artikel 3 van het reglement van 8 mei 1715.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 23, p.1093-1101
 
1737 Baron Jan van Mettekoven sterft in het huis in de Nederstraet. Nu is er de winning Henrotay en de katholieke kring (Patria).
 
1738 Nieuw proces over grensbepaling Loon-Gothem, Loon-Kuttekoven. Prins-bisschop zelf doet uitspraak.
 
1739, 14 juni (zondag)
Sterft in de Wellenstraat in het pachthuis "de Winning" JB Plévoets (zie 1719).
 
1739, 15 september (dinsdag)
Jan Van Alken wordt doodgeschoten in de Wellenstraat, rechtover de weg naar de Verkenspoel, door Renier Reynaerdts van Hoepertingen wonende op de Winning "de Clee" te Kuttekoven. Lang proces.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 24, p.1137
 
1740 Deken Jan Peumans sterft en wordt opgevolgd door deken Gilbert Van Menten die op 14 juni 1741 sterft.
 
1706-1740
Deken Jan Peumans vervangt deken D. Chiney, sticht de Confrérie van Sint-Hubertus. Kapittel verliest proces en moet Marlines toren opbouwen in 1712.
 
1741 Deken Jan Moers. Onder diens bestuur sticht pastoor Box de Confrérie van het Heilig Sacrament, leert zijn volk het Heilig Viaticum vergezellen naar de zieken. NB. Henrotay plaatst dit feit in 1746. Dit gebruik bestond tot 1830.
 
1733-1742
Pastoor Box, één van de beroemdste pastoors te Loon, stichtte het Broederschap van Sint-Jozef, dat bestaan heeft tot 1837.
 
1745 Nog eens een overeenkomst tussen prins-bisschop en Staten Generaal van Holland nopens conflict Loon-Grootloon: einde van het geschil.
 
1746 Bisdom Luik viert plechtig de 500ste verjaardag (jubilee) van de instelling van het feest van het H. Sacrament te Luik. (Juliana van Cornills)
 
1748 J. Baleine, kanunnik Kantor, weigert zich in Loon te vestigen en wordt door de heer Moors beroofd van zijn kanunnikaat te Loon.
 
1748, 11 januari (donderdag)
De prins-bisschop verbiedt het nazien van de maten en gewichten die sinds 2 jaar niet gedaan werd.
 
1749 Pastoor Box had het aan de stok met de Mombers van de Armentafel. Geschil tussen kapittel en Raad nog eens hersteld. Onderwijzer die bij zijn ambt er te veel bijposten op nahield.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 26, p.1207
 
1749 Scoltus A. Plévoets daagde voor het hoofdgerecht 2 broeders Vreven die in het Gillebroeck 2 paarden ontvreemd hadden.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 26, p.1206
 
1750 Brand in het klooster Colen. Paters konden hun kerk maar opbouwen door het lenen van 4.000 gulden. Die kerk staat er nog.
 
1751 Alex Borront stelde voor een vaart te graven van Tongeren naar Kaulille. Er was geen geld en kanaal kwam er niet.
 
1751 De moordenaars van Van Alken kwamen zich aangeven. Men bepleitte de zaak.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 26, p.1215
 
1752 Luitenant-drossaard Hollanders begint het proces over de kindermoord en stelt 11 vragen.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 26, p.1219
 
1754, 24 december (dinsdag)
Deed de Rota van Rome uitspraak over 2 processen van pastoor Box en schoolmeester Cerstelotte tegen de gewezen burgemeester Maitrejean en Tercaves. Deze verloor de 2 processen.
 
1755 Burgemeester J. Wagemans voor zijn huis opgewacht en degelijk afgeslagen door Jean Leux.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 27, p.1261-1263
 
1756 Geschil tussen Loon en kapittel en kathedraal wegens de weg Loon-Hex (Meulendriesch) waaronder stenen gevonden werden.
 
1757 Dit jaar is ook de klok gegoten "Vocor Maria". Legros goot die klok, men leest er nog op "Capitulum et appidum me fecerunt".
 
1757 Kerk wordt verrijkt met relikwieën: haren van de H. Maagd en van Sint-Rufinus en de H. Lans. Jean Theodore van Beieren, prins-bisschop bevestigt de echtheid van de relikwieën. Deze worden plechtig gedragen uit de kapel van Graeth naar de Collegiale.
 
1757, augustus
Aanhouding van Jan Liux (1755 van Berlingen) zijne ontvluchting.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 27, p.1285-1289
 
1758 Deken Moors sterft: men vindt moeilijk een opvolger. L. van de Bosch kanunnik neemt aan en geeft onstslag en na 5 maanden H. Ridderbeeck.
 
1759 Het kapittel koos Jan Maes. Die slaagde er ook niet in om de statuten stipt te onderhouden.
 
1760 Prins-bisschop, slecht ingelicht door de burgers van Loon, schafte de zeven ambachten af en vervangt ze door 4 kamers elk van 10 leden. De eerste maal door hem benoemd, later bij afsterven door de Kamer zelf vervangen.
 
1760, 4 september (donderdag)
Prins-bisschop trok zijn reglement van 21 juli terug en verving het door 24 artikelen dat de 7 ambachten herstelde. De Raad zal bestaan uit 2 regerende en 2 uittredende burgemeesters en 7 raadsleden.
 
1761 Nieuw tabernakel op hoog altaar. Kosten vergulden: 307 gulden. Altaar hersteld: 300 gulden.
 
1762 Bende brandstichters in en rond Kortessem. Drossaard Hollanders knoopte ze op aan de galg.
 
1764 Officiaal komt de kieskring voorzitten. De burgers willen niet kiezen, ze zijn misnoegd over het vorig reglement van 1760. Er zijn 2 partijen; beide wenden zich tot prins-bisschop. Deze weerstaat ...
 
1765 Zendt het officiaal de Borremans weer naar Loon. De 7 ambachten kwamen niet naar het stadhuis. De prins-bisschop houdt stand. De Borremans kwam voor de 3de maal. Nu gaven de 7 ambachten zich over en kozen dan de Raad.
 
1766 1766-1810. Deken Lambert Janssis, opvolger van Jan Maes, in conflict met pastoor Box over het wijden van de doopvont en met kanunnik Xhardé over zijn logement in een herberg en wilde die niet verlaten. De nuntius verplichtte hem.
 
1766 Graaf de Veldbrück, kanunnik van het Sint-Lambertuskapittel te Luik, doet de verheffing van het kasteel dat hij te Hex had doen bouwen. Hex was onder jurisdictie van Graeth maar een heerlijkheid van Luik.
 
1766-1767
Zelfde koppigheid en kiesstaking te Loon. Ridder De Voght en J. Lossins bleven burgemeesters.
 
1769 Pastoor Box zegt dat hij 34 jaar gestreden had tegen de geldverspillingen van de Armentafel en somt enige feiten op: secretaris, scholaster, veldwachter, 2 ijzeren boden, grafmaker en varkenshoeder werden er ten onrechte van de Armentafel betaald. Daarom komt hij er niet meer naar de Armentafel.
 
1770 Nogmaals mislukte poging om de kiesstaking te doen eindigen.
 
1771 Afschaffing van de gewoonte een grote maaltijd te geven bij het aannemen van een nieuwe kanunnik.
 
1772 De 10-jarige kiesstaking geëindigd. De 7 ambachten gaven helemaal toe, boden zelf de prins-bisschop het jachtrecht aan, maar het kapittel van Loon weigerde dit omdat de helft van dat recht aan de kanunniken behoorde.
 
1772, 20 april (maandag)
Eerste halsrechting in het Land van Overmaas van een lid van de beruchte bende van de Bokkenrijders.
 
1773 De prins gevleid weigerde dat jachtrecht en schonk de 7 ambachten vergiffenis.
 
1774 De Bokkenrijders heersten te Wellen en omstreken. Drossaard Hollanders bestrijdt ze.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 30, p.1397
 
1781 Luitenant Drossaard Hollanders veroordeelt weduwe Claessen, die tegen mandement van 1712 duiven hield.
 
1781 Prior Maitrejean van de Brigittijnen te Loon sterft. De regeltucht was fel verzwakt, de verkiezing onregelmatig.
 
1781 Vergunde Prinsbisschop de Veldbrück een wekelijkse markt van vee, varkens, boter, eieren en andere waren.
 
1782 Betaald voor klok: 5 schilling en voor klepel 2 gulden, 2 stuivers en 2 oord. Half voor kapittel en half voor de stad.
 
1782 Jean Christiaan Vandermeer, pastoor te Vechmaal, volgt pastoor Box hier op. Hij vroeg sluiting van het Hospitaal.
 
1783 De paters Brigittijnen en de Raad stellen de prins-bisschop voor het klooster te verwereldlijken. Grote tuchteloosheid heerste er en de prior kon ze niet beteugelen. De generaal verzette zich er tegen. Prins-bisschop neemt het klooster onder zijn jurisdictie.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 31, p.1441
 
1784 Bisschop de Veldbroek sterft te Hex op zijn kasteel en laat het aan Graaf Marchant d'Ansembourg over.
 
1784 Kapittel van Loon, tiendeheffer van Broekom, doet met gemeente een tiendeklok gieten 642 pond zwaar en kerk verbouwen.
 
1785 Prior Bollen, in 1783 gekozen, wordt naar Armentieres teruggeroepen door de bisschop van Atrecht. Vanhairren wordt prior.
 
1786 Armentafel, pastoor en raad vragen om het gasthuis dat een toevluchtsoord voor landlopers is geworden, te mogen samenvoegen met de Armentafel. De Aartsdiaken stemt toe.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 31, p.1458
 
1786 Kapittel doet grote onkosten voor de herstelling van de kerk. Tralies aan koor en zijkapellen 372 gulden. Voorstel het kerkhof (Speelhof) in een schone openbare plaats te veranderen. Dit voorstel werd belet door het uitbreken van de revolutie te Luik. (Henrotay zegt dat dit in 1789 gebeurde).
 
1789 De Keizerlijke Kamer van Wetzlar keurde de handelswijze in Luik-Loon af, gebood alles op zijn ouds te herstellen.
 
1789 Revolutie breekt uit te Luik. Partij van de Patriotten wil het Prinsbisdom verwereldlijken; ze verspreiden er de geest van Voltaire.
 
1789, augustus
In Loon werden de twee burgemeesters gedwongen ontslag te nemen. Daarna werden ze terug aangesteld. Elke burger moest de cocarde dragen zo niet vervielen hun burgerrechten. De 9 oude compagnies van de burgerwacht werden hersteld.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 31, p.1471
 
1789, september
Onlusten bij de paters te Loon. De prior Vlasseloir, Vacoven en andere paters worden aangeklaagd te Luik. Deken Jansis werd aangeduid om een onderzoek te doen in het klooster, met pastoor Vandermeer.
 
1789, 25 oktober (zondag)
De 7 ambachten en de Raad onderwierpen de besluiten van Wetzlar en die van Luik aan de raadsleden, maar men kan niet beslissen.
 
1789, 29 oktober (donderdag)
Dringend bevel uit Wetzlar. De steden hadden vier dagen de tijd om zich te onderwerpen en de afgezette ambten te herstellen.
 
1789, november
De deken brak zijn arm. Pastoor weigerde uit vrees voor de Lonenaars, de deken van Tongeren weigerde wegens ziekte. De Groot-Vicaris was verplicht de paters van Luik te ontbieden om hen te onderhoren.
 
1789, 9 november (maandag)
De Raad van Loon durft niet te beslissen en vroeg raad aan Tongeren en Luik. Die zich onderwierpen.
 
1789, 25 november (woensdag)
Loon, de tussenkomst van de Duitsers vrezende, gaf toe en onderwierp zich aan het bevel van Wetzlar.
 
1790, 30 april (vrijdag)
De nieuwgekozen magistraat van Borgloon is patriottisch gezind en gebiedt de kokarde te dragen. Er zijn 2 partijen: "Luik" en de "Keizer".
 
1790, 13 juni (zondag)
Voor de eerste maal is er verkiezing in de 23 nieuwe districten. Slechts 5 gekozenen van het platteland bieden zich aan. In juli is er opnieuw verkiezing, deze keer met betere resultaten. Vijf districten uit Borgloon-Stokkem zenden gekozenen, onder hen Rutten van Pelt.
 
1791 De inwoners van Borgloon smeken de prins-bisschop om het Oostenrijks garnizoen hier te verminderen. Het telde 123 soldaten tegen 3 stuivers per dag.
 
1791, 12 januari (woensdag)
Keizer Leopold II trekt Sint-Truiden binnen om er het oproer te onderdrukken. De patriotten en de kokardes verdwijnen.
 
1791, 29 april (vrijdag)
Brand vernielt het huis van Mart. Groven. Brandweer was er niet. Blussers van goeden wil werden door de stad betaald.
 
1791, 4 juni (zaterdag)
Het Tribunaal van de XXII wordt hersteld, alsook het Herzieningstribunaal van de XXII. Deze volgt de leiders van de patriotten.
 
1792 Nu moet Borgloon 100 Franse soldaten huisvesten op rekening van de koning van Pruisen. Die rekening is nog steeds niet betaald.
 
1792, 16 augustus (donderdag)
Prins de Méan volgt de plotseling overleden prins-bisschop, de Hoensbroek, op. Franciscus de Méan de Beaurieux is de laatste prins-bisschop van Luik.
 
1792, november
Te Borgloon wordt door de Franse kurassiers een "arbre de la liberté" geplant voor het stadhuis.
 
1793 De burgemeester beveelt "den boom der vrijheid" door de Franse kurassiers voor het stadhuis geplant om te kappen en te verbranden.
 
1793 Te Borgloon wordt de magistraat herkozen. Hij zal aan het bestuur blijven tot 1796. In dat jaar wordt het oude gemeentestelsel vervangen door het Franse regime.
 
1793, 5 maart (dinsdag)
De Oostenrijkers trekken Luik binnen en herstellen er de oud-magistraten.
 
1793, 5 augustus (maandag)
Men kiest voor de laatste maal volgens de wetgeving van 1760. Jan van Herck en Pieter de Bellefroid, deze laatste is afkomstig van Vechmaal, worden de burgemeesters.
 
1794 De leegstaande woningen (te Luik 550) van de uitwijkelingen en de kloosters worden onder de verantwoordelijke bewaking van de stad geplaatst.
 
1794 Generaal Muller en zijn soldaten komen naar Borgloon. De batterijen worden op de Hulsberg geplaatst en de kapel die daar gelegen is wordt onteerd. Borgloon dat 1325 inwoners telt moet volgende krijsleveringen verrichten: 88 paarden, 250 ossen en koeien, 418 schapen, 118 varkens.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 33, p.1593
 
1794 Te Borgloon worden grote feesten gehouden om de overwinning op de Fransen te Valenciennes te vieren. Maar de klokken luiden nog en de dubbelhaken (kanonnen) bulderen nog op de Burchtgracht, wanneer men de nederlaag van de Bondgenoten verneemt.
 
1794, 21 juni (zaterdag)
Generaal Kleber neemt het Land van Loon in. Hij vestigt zijn hoofdkwartier in het kasteel van Heks. Zijn officieren verblijven in de Abdij van Colen. De kanunniken en de Brigittijnen van Borgloon, de Kruisheren van Colen, pastoor Vandermeer, de schout enz. zijn de Rijn overgetrokken.
 
1795 Er geldt een verbod om kerkelijke goederen te verkopen, te ontvreemden of te verhuren zonder de tussenkomst van het Beheer van Domeinen.
 
1795 In het kanton Borgloon worden 3 kloosterorden opgeheven en de kerkgoederen aangeslagen, nl. de Kruisheren te Colen, de Brigittijnen te Borgloon en de Beggaarden te Zepperen. In Limburg kennen 116 orden hetzelfde lot.
 
1795, 21 juni (zondag)
De Raad van Borgloon, de burgemeesters van het kanton, de pastoors en de adel vergaderen om de 4 miljoen frank contributie te verdelen, die het kanton moet betalen.
 
1795, 28 juli (dinsdag)
De processies buiten de kerk, de ommegangen en de bedevaarten worden verboden.
 
1795, 31 augustus (maandag)
De Nederlanden worden verdeeld in departementen. Borgloon maakt deel uit van het departement Neder-Maas. Dit laatste is op zijn beurt opgedeeld in 30 kantons. Borgloon is het 13de kanton en telt op zijn beurt 14 (of is het 17?) gemeenten.
 
1795, 29 september (dinsdag)
De priesters moeten zich onderwerpen aan de wetten van de Republiek. De kruisen worden van de torens gehaald en godsdienstige beelden langs de wegen worden weggenomen.
 
1795, 30 november (maandag)
De hatelijke tienden worden afgeschaft en vervangen door een grondbelasting van 20 miljoen frank, te verdelen over de 9 departementen. Ons departement Neder-Maas moet 1.855.757 F bedragen. Het kanton Borgloon moet hiervan 4.800 F betalen in goud of zilver. Assignaten worden niet aanvaard.
 
1796, 13 januari (woensdag)
De municipaliteiten, agenten of adjuncten, worden aangesteld in de kantons.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 34, p.1625
 
1796, 21 januari (donderdag)
De "Gendarmerie Nationale" wordt ingesteld. Elke burger van 25 jaar die Frans kent, mag zich aanbieden.
 
1796, 12 maart (zaterdag)
Een omzendbrief in verband met de loting, ook "bloedwet" genoemd.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 34, p.1639
 
1796, 30 maart (woensdag)
Overal zou het "Republikeins feest van de Jeugd" moeten gevierd worden. Borgloon trekt er zich niets van aan en gebaarde van niets.
 
1796, 6 mei (vrijdag)
Er wordt een wet afgekondigd waardoor alle staatsambtenaren de "Eed van haat aan het koningdom" moeten afleggen. In het departement Nedermaas weigerden bijna allen. Zij gaven nog liever hun ontslag.
 
1796, 22 mei (zondag)
Op die dag zetelden voor de laatste maal het Hof der Schepenen. De ene oude instelling na de andere verdwijnt.
 
1796, 14 juni (dinsdag)
De kantonnale municipalen, op aanvraag van Jan Hayweghen (agent van Borgloon), verkrijgen vrijstelling van rekwisitie, als vergoeding voor hun diensten aan de republiek.
 
1796, 15 juni (woensdag)
De municipalen moeten de heffing van het 30ste paard uitvoeren op straf van krijgsdwang.
 
1796, 20 augustus (zaterdag)
Een bevel van het Centraal Bestuur: buurtwegen herstellen grachten, beken en sloten vegen om overstromingen te vermijden. Straatbengels rukten echter de plakkaten af, zodat de mededelingen nooit door het volk gelezen werden.
 
1796, 1 september (donderdag)
Er komt een wet waardoor al de kloosters afgeschaft worden en hun goederen ingepalmd worden. De kloosterzusters-onderwijzeressen en de ziekenverpleegsters vallen niet onder deze wet. Als aftochtsgeld krijgen abten, kanunniken, priors en paters 15.000 F, broeders 5.000 F en zusters 3.330 (?onleesbaar) F in bonnen. Deze bonnen mogen maar gebruikt worden voor aankoop van domeinen. De kloosters moeten ontruimd zijn, 20 dagen na ontvangst van de bonnen. Het kloosterkleed moest afgelegd worden. (Zie ook jaar 1795).
 
1796, 7 september (woensdag)
Verpenxten en Hayweghen (de municipale agent en de adjunct) eisen van pastoor Vandermeren de registers van de burgerlijke stand. De pastoor geeft 5 registers, waarvan het eerste in 1613 begint.
 
1796, 10 oktober (maandag)
De commissaris komt te Borgloon in het klooster van de Brigittijnen en sluit de registers van inkomsten en uitgaven. Paters vallen in nood en armoede.
 
1796, 25 december (zondag)
De klokken van de afgeschafte kloosters worden gekaapt en verkocht aan de Compagnie Lannoy tegen 1 F/kg.
 
1797, 3 januari (dinsdag)
De Brigittijnen vragen aan de kantonnale overheid om bestaansmiddelen te mogen eisen op hun eigendom. De kantonnale overheid stemt toe, maar het centraal bestuur zegt: "Neen". Paters vinden onderstand bij de burgers.
 
1797, 6 januari (vrijdag)
Dokter Laurent Monville wordt begraven. De Lonenaars zien voor de eerste maal een begrafenis zonder kerkdienst.
 
1797, 11 januari (woensdag)
De municipaliteit krijgt het bevel de kloostermeubels enz. in beslag te nemen. De Brigittijnen hadden reeds vanaf 2 januari 1797 hun kostbaarheden in het geheim ondergebracht bij betrouwbare burgers.
 
1797, 11 januari (woensdag)
De paters krijgen hun "bonnen" en aanvaarden ze. De paters van Zepperen en de Minderbroeders van Tongeren weigeren ze. (Broeder Severinus: twijfel?).
 
1797, 20 januari (vrijdag)
Op de Abeelplaats wordt een vrijheidsboom geplant. Het is een niet te dikke boom met goed wortelgestel om snel te groeien. (Noot: Henrotay plaatst dit feit op 10 jan 1797 (?onleesbaar)).
 
1797, 19 februari (zondag)
Te Hasselt wordt de Abdij van Herckenrode verkocht voor 94.500 F. (Noot: Graaf Gerard van Loon stichtte ze in 1182).
 
1797, 7 maart (dinsdag)
De "Eed van haat aan het koningdom en trouw aan de republiek" moet door de municipalen en de kiezers afgelegd worden vooraleer zij hun ambt mogen waarnemen. 12 op 36 ambtenaren en 239 op 472 kiezers bieden zich aan in ons kanton. Dit gebeurt in de kerk van de Brigittijnen.
 
1797, 21 maart (dinsdag)
De eerste verkiezing vindt plaats. A.Motmans wordt vrederechter, J.Daris voorzitter van de municipaliteit, H.Monfort agent, W.Proesmans adjoint.
 
1797, 18 april (dinsdag)
De rest van meubels van de Brigittijnen wordt verkocht aan een spotprijs. De bibliotheek en de schilderijen moeten naar Maastricht, maar in de rand van het verslag leest men: "non fournie".
 
1797, 15 mei (maandag)
Er is een verbod dat priesters hun ambt uitoefenen zonder volgende verklaring afgelegd te hebben: "Ik ... [naam] ... erken de soevereine republiek en beloof haar trouw en gehoorzaamheid". (Deze verklaring is niet "de eed").
 
1797, 26 mei (vrijdag)
Het klooster van Colen wordt samen met 76 bonder grond en weiden verkocht voor 265.000 F aan één van de paters, nl. Hendrik Van Langenaken. De betaling gebeurt met bonnen van de Kruisheren en van Dominicanen van Tongeren.
 
1797, 11 juli (dinsdag)
Het klooster van de Brigittijnen wordt voor 12.000 F verkocht aan Bernard Vecoven, één van de paters. De betaling gebeurt met bonnen van zijn medebroeders.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 37, p.1801
 
1797, 20 juli (donderdag)
Monfort, agent van Borgloon, en voorlopig commissaris van het kanton, wordt berispt door Veen omdat hij de politiewet op de godsdienst niet uitvoerde. De Monfort telde veel priesters en kloosterlingen in zijn familie, o.a. Hubert Montfort, guardiaan van de Capucienen te Maaseik, die bij zijn 50-jarig jubelfeest 28 geestelijke familieleden en verwanten aan tafel had.
 
1797, 18 augustus (vrijdag)
Monfort wordt overgeschreven en afgesteld als commissaris van het kanton Loon. Hij wordt vervangen door Bousmart die sinds 1787 op het kasteel van Rullingen verblijft. Bousmart werd te Luik geboren en is achtereenvolgens: patriot, republikein en later keizersgezinde.
 
1797, 24 augustus (donderdag)
De priesters moeten naast de "Verklaring" nog de "Eed van haat aan het koningdom" afleggen. Vele priesters hebben gewetenstwijfels. De vicaris-generaal Rougrave, die het bisdom Luik bestuurt na de vlucht van prins-bisschop de Mean, beweert dat de eed wettig en toegelaten is; de aartsbisschop van Mechelen daarentegen beweert het tegenovergestelde.
 
1797, 13 september (woensdag)
Er is een wet die de personen die een openbaar ambt bekleden zonder aanstelling met gevangenis straft. Op vele plaatsen blijven schouten, drossaarden, baljuws hun ambt van vroeger uitoefenen. De republikeinse agenten zijn hun immers ondergeschikt.
 
1797, 14 september (donderdag)
(Of 21/09/1797). Vicaris-generaal Rougrave houdt een synode te Luik waarop 52 priesters aanwezig zijn. Hij zet de priesters aan gehoorzaam te zijn aan B.B.(?) van Luik en Roermond.
 
1797, 29 september (vrijdag)
De Lonenaren kiezen tijdens een vergadering voor de collegiale kerk om er de godsdienst uit te oefenen. De 9 begijnen kiezen hun kapel te Graeth.
 
1797, 18 oktober (woensdag)
H.P. Monfort staat niet goed aangeschreven te Parijs (zie ook 18 augustus). Hij wordt afgezet als agent van de stad Borgloon. Dit gebeurt ook met de commissarissen van de kantons Achel, Montenaken en Heers. Zij zijn te weinig republikeinsgezind.
 
1797, 20 oktober (vrijdag)
De priesters van ons kanton zetten hun ambt verder zonder voorafgaande eedaflegging. Hoofdcommissaris Gérard verwittigt zijn collega's.
 
1797, 23 oktober (maandag)
Van Haren, onderprior van de Brigittijnen en koster van Grootloon, zijn pastoor Hub. Van Herck, de pastoors van Zepperen, Ordingen en Hendrieken leggen de "Eed" af. Zij zijn bevreesd voor de bedreigingen van het openbaar gezag. Later zullen enkele priesters hun eed intrekken. De andere priesters bleven trouw maar van toen af konden ze slechts missen opdragen in het geheim.
 
1797, november
De inventaris van de meubelen van de hoofdkerk van Loon en de kapel van Graeth wordt opgemaakt. De deur van de sacristie en van het tabernakel worden verzegeld en de beëdigde kanunnik, Walter Sauveur, wordt te Borgloon als bewaarder aangesteld.
 
1797, 6 november (maandag)
De pastoors worden uit hun huis gezet, de kerken gesloten en de pastorijen verhuurd. De collegiale kerk van Borgloon en de kapel van Graeth worden gesloten tot in 1802.
 
1797, 8 november (woensdag)
Het centraal bestuur vraagt een lijst priesters, beëdigde en niet-beëdigde. In ons departement zijn 252 op 1423 beëdigd, en in het kanton Loon 6 op 62.
 
1797, 11 november (zaterdag)
Gérard, hoofdcommissaris, schrijft aan de kantonnale commissarissen dat zij de jongelingen tot de krijgsdienst moeten oproepen en dat zij, die zich door list trachten te ontrekken, ijverig moeten opgespoord worden.
 
1797, 13 december (woensdag)
Te Borgloon wordt de grootste klok "Benedicta" uit de toren genomen en weggestopt onder de mesthoop bij Egide Polus. Zijn huis lag op de hoek van het Speelhof; thans wordt het bewoond door de kinderen Vanderbeeken. [H.Henrotay denkt echter dat de klok in de winning Henrotay werd verstopt. Deze winning was gelegen in de Nederstraat (N.d.R. nu Kroonstraat) naast de Zakstraat (nu Klok genoemd). Ook het kruis van de toren en het O.L.V.-beeldje van het stadhuis worden weggenomen. Boussart had gedreigd het kruis te doen afschieten met een kanon.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 43, p.2055
 
1798, 3 januari (woensdag)
Het centraal bestuur heeft alle scholen afgeschaft en geeft aan de municipale raad van Borgloon het bevel een lokaal te zoeken voor een lagere school. Men zoekt en zoekt, maar vindt niets. Te Borgloon is er nooit een republikeinse school gekomen.
 
1798, 3 januari (woensdag)
J. Daris, de voorzitter van de municipale raad, doet op de Abeelplaats een abeel planten als "boom van de vrijheid". Deze boom is er verscheidene jaren blijven staan.
 
1798, 7 januari (zondag)
Een omzendbrief van Gerard komt toe. Hierin worden alle kantonnale commissarissen gelaakt om hun zorgeloosheid in het uitvoeren van de besluiten. Onder de brief die aan Boussart gericht is staat: "Les plaintes ci-dessu ne s'addresent pas à vous".
 
1798, 17 januari (woensdag)
Het herhaald bevel om de uitwendige tekens van godsdienst, vorstendom en leenroerigheid weg te nemen, worden in Borgloon niet (?onleesbaar) stipt uitgevoerd want het wapenschild aan het huis in de Kortestraat en de helm aan het huis in de Tongersestraat die men nu (?) nog ziet, getuigen hiervan.
 
1798, 21 januari (zondag)
Te Borgloon wordt een groot feest gehouden ter gelegenheid van de vernieuwing van de eedaflegging. Van de 36 ambtenaren van het kanton zijn er 16 afwezig, o.a. Lambert Groffils van Kerniel, Levinus Copis van Grootloon, Moors en Jehoul uit Kuttekoven enz.
 
1798, 28 januari (zondag)
Bousmart zendt de gevraagde tabel van de 2 Loonse jaarmarkten die gehouden worden op Quasimodo en op Sint-Remeys. Op de eerste telde men 620 à 650 paarden en 250 à 300 runderen; op de tweede 500 à 550 paarden en 200 à 250 koeien. Deze markten duren elk drie dagen.
 
1798, 21 februari (woensdag)
Hendrik Van Langenaken, kruisheer van Colen, legt de eed af. Hij had voor hem en zijn medebroeders het klooster teruggekocht en vreesde het te verliezen.
 
1798, 3 maart (zaterdag)
Volgens een tabel zijn er in ons departement 1423 priesters, 252 beëdigde en 1171 onbeëdigde.
 
1798, 7 maart (woensdag)
Te koop stellen van de pastorijen en de goederen van de kerkfabrieken. Voorlopig zouden die goederen, indien de titularis beëdigd is, niet verkocht worden.
 
1798, 21 maart (woensdag)
Verkiezingsdag. Het kiesbureel is in de hoofdkerk. Slechts 200 van de 473 ingeschreven kiezers bieden zich aan om 2 "electeurs" Bousmart en J.Daris aan te stellen. Vandersmissen wordt tot vrederechter verkozen
 
1798, 30 maart (vrijdag)
De gemeente kiest op het stadhuis L. Vreven als "agent".
 
1798, 3 april (dinsdag)
Het Uitvoerend Bewind eist de stipte onderhouding van de republikeinse kalender die ingevoerd werd op 22 september 1792. Te Borgloon trok men er zich niets van aan.
 
1798, 14 april (zaterdag)
Grote brand te Borgloon op de hoek van de Graethemstraat en de Wellenstraat. Ongeveer 30 woningen en circa 50 families zijn dakloos. De staat komt voor de schade niet tussen. Een commissie wordt gevormd. Bousmart, J.Daris, Polus, Montfort en Motmans van Borgloon waren hiervan leden. De schade bedraagt circa 99.855 gulden. Burgers van Borgloon en van andere kantons, zelfs leden van het Hoog Bestuur persoonlijk, doen weldadige bijdragen.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 41, p.1966
 
1798, 15 april (zondag)
Het Bestuur schreef voor die dag een "Feest van de Gehuwden" voor. Borgloon doet niet mee omdat men er heel wat anders te doen heeft na de brand van 14 april 1798.
 
1798, 17 april (dinsdag)
Een afdeling van 50 soldaten krijgt het bevel om rond de kapel van Kortenbos te patrouilleren om zo de gelovigen te beletten tijdens hun bedevaarten te bidden voor kerk en vaderland.
 
1798, 3 mei (donderdag)
Gedeeltelijke opstand van de Limburgers. Zij besluiten in het geheim in en rond Sint-Truiden de Franse soldaten die daar verbleven te doden of te verjagen. De opstandelingen worden gevangen en naar Luik gebracht.
 
1798, 3 mei (donderdag)
Het Centraal Bestuur verbiedt de samenkomst in de kerk om er de rozenkrans te bidden, tenzij een beëdigd priester voorbad. Voortaan moeten kerken gesloten blijven en de sleutels moeten bij de agent bewaard worden.
 
1798, juni
Agent Vreven geeft ontslag. Adulf Berkenbosch vervangt hem. Bousmart wordt verhoogd naar Maastricht en later opgevolgd door Varanguien, die op 3 augustus officieel aangesteld wordt.
 
1798, 13 juni (woensdag)
Op het stadhuis werden de pastorijen rond Borgloon verhuurd. Particulieren huurden ze en lieten ze gebruiken door de pastoors. Loon had geen pastorij, de dekenij werd gehuurd door de municipale raad. Deze bestemde ze voor een schoolhuis.
 
1798, 10 juli (dinsdag)
Wet die alle overblijvende goederen van kerkfabrieken en pastorijen aansloeg, indien hun priesters niet aangesloten waren.
 
1798, 5 augustus (zondag)
Verschijnt het tweede bijvoegsel aan de lijst van de uitgewezenen van ons departement. Zij bevat 118 namen waaronder 35 priesters.
 
1798, 29 augustus (woensdag)
De beëdigde priesters verloren alle achting bij het volk. Om ze te beschermen liet men toe wapens te dragen.
 
1798, 10 september (maandag)
Wet van de conscriptie gestemd te Parijs in 8 artikelen.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 16, p.1961
 
1798, 16 oktober (dinsdag)
Centraal Bestuur verklaart de verhuring van de pastorijen nietig, die na de verhuring op 13 juni nog door de vorige bezitter bewoond werden (zie ook 13 juni).
 
1798, 20 oktober (zaterdag)
Uitval van Centraal Bestuur tegen onze Municipaliteit om haar dweepzucht en het niet wegnemen van de kruisen enz. (toch werd er niet één weggenomen).
 
1798, 23 oktober (dinsdag)
Opstand van de boeren in Vlaanderen, Antwerpen, Klein-Brabant, Kempen, Luxemburg. (zie ook H.Henrotay, handschrift, schriftje 16, p.1979: "Over de Boerenkrijg te Hasselt en omgeving").
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 16, p.1979
 
1798, 29 oktober (maandag)
Prior Vasseloir en de paters Vecoven en Mottaer leggen de eed af. Zodra ze hoorden van wegvoering, bezweken ze.
 
1798, 14 november (woensdag)
1046 priesters van ons departement (54 van het kanton Loon) werden veroordeeld zonder verwittiging. Wat hadden ze misdaan?
 
1799 In Achel werden door Jardom de laatste boeropstandelingen uit het Land van Loon verslagen. Daarmee was de Boerenkrijg hier gedaan, maar als nasleep kwamen hier roversbenden zo als te Loon die van Noé Marschal.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 18, p.2063-2065
 
1799, 5 januari (zaterdag)
De Boerenkrijg was uitgebroken, Colonne Mobile komt om de wegvoering te doen. Huiszoeking bij 20 personen te Loon, 10 te Zepperen, 6 te Kerniel en 5 te Hoepertingen.
 
1799, 20 januari (zondag)
Girard verwittigt dat er nog 5 Colonne Mobile in aantocht zijn om weerspannige lotelingen op te sporen, belasting te innen, de kleine kapellen langs de weg af te breken.
 
1799, 22 januari (dinsdag)
Het Centraal Bestuur van het departement Nedermaas besluit dat elke gemeente één klok mag behouden voor het uurwerkslag. Maar deze mogen ontdaan worden van klepel, raders, ijzers en koorden om te luiden. Verbod de klok, die daarvoor diende, te vervangen.
 
1799, 2 februari (zaterdag)
Kluizenaar Theo Budener van Oetsloven en 2 burgers leggen de eed af, worden aangesteld als "directeur der culte" in hun parochie.
 
1799, 2 februari (zaterdag)
Over het verzenden of verbergen onzer klokken en zie ook hierover 13 december 1797.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 43, p.2055
 
1799, 8 februari (vrijdag)
Van de 35 klokken van het kanton werden er 24 naar Maastricht gevoerd (zie 22 januari en 27 februari).
 
1799, 10 februari (zondag)
Kwam de Colonnee Mobile toe. De municipaliteit won de gunst van de aanvoerder; deze gaf hun een vleiend getuigschrift over de wetten.
 
1799, 11 februari (maandag)
Het kruis van den toren met het O.L.V.-beeld van het stadhuis weggenomen en achterstallige rekeningen betaald. Geen krijgsdwang.
 
1799, 18 februari (maandag)
De Colonne Mobile trekt naar Beringen om daar de zogenaamde Brigands te verdrijven.
 
1799, 27 februari (woensdag)
Kanunnik Pique aangehouden in het huis van de Municipaliteit en naar Maastricht gebracht. Hij kwam vrij door tussenkomst van Raad van Bestuur.
 
1799, 17 maart (zondag)
Besluit de Kapellen aan te slaan, ze te verkopen met de grond waarop ze staan, ze dan af te breken en de bouwstoffen weg te nemen. De meeste kapellen in en rond Loon waren reeds afgebroken. Die van de Hulsberg, Borchgracht (Hayweghen), van de Tongersepoort (Schabergs) werden niet afgebroken dankzij Varanquien. Die van Sint-Anna Bieltje stond, waar Loon-Wellen-Herten aan elkaar grenzen.
 
1799, 11 april (donderdag)
De kerk van het Begijnhof wordt in schijn aangeduid voor het vieren van de Decadés. Deze zijn er nooit gevierd. Het volk had nog genoeg gezond verstand.
 
1799, 18 april (donderdag)
Varanquien zendt aan het Centraal Bestuur de lijst van de kapellen. Hij zegt: vele zijn afgebroken voor de komst van de Colom Mobiel. Rullekoven en Helshoven worden niet genoemd: ze dienden reeds voor de eredienst. Kapel te Loon aan de Nerempoort, niet verkocht. De kapellen aan de Tongersepoort en op de Hulsberg staan er nog.
 
1799, 25 april (donderdag)
Nieuwe verhuring van de pastorijen van Hoepertingen, Gotem, Jesseren, Rijkel, Kuttekoven en Ulbeek. De Tiendeschuur te Loon en 2 huizen van het Begijnhof van Graeth.
 
1799, 9 november (zaterdag)
Napoleon werpt door een staatsgreep het Directorium omver en wordt tot eerste Consul uitgeroepen.
 
1799, 13 november (woensdag)
De kerkmeubelen van niet-officieel bediende kerken worden op het stadhuis verkocht tegen spotprijzen. Die van Loon en Kerniel niet (ze waren verstopt ofwel aanzag men die kerken als nationale dienstgebouwen).
 
1799, 20 november (woensdag)
Centraal Bestuur keurt de verkoop van 23 november af omdat de meubels te hoog geschat waren. Bijvoorbeeld: Berlingen 55 frank, Gotem 277 fr., Kuttekoven 41 fr.
 
1799, 8 december (zondag)
Bousmart wordt weer commissaris van het kanton Loon i.p.v. Varanquien, die dat wordt te Tongeren.
 
1799, 16 december (maandag)
Van nu af gaf de Municipaliteit van Loon aan 18 priesters van stad en omtrek een certificaat dat hun toeliet in hun bezittingen en naar hun familie terug te keren. Daaronder: de pastoors van Loon, Berlingen, Jesseren, Kuttekoven en 3 kanunniken, 3 paters Brigittijnen en andere.
 
1799, 28 december (zaterdag)
Afschaffing van den eed van haat. Voortaan moest men slecht de volgende verklaring doen: ik beloof gehoorzaamheid aan de grondwet.
 
1800, 30 januari (donderdag)
De openbare ambtenaars leggen allen de verklaring van trouw aan de Grondwet af. Van de priesters alleen, die ook de eed van haat gezworen hadden, boden zich aan: 10 legden de verklaring af.
 
1800, 21 februari (vrijdag)
Briers, agent van Berlingen, en Manshoven, agent van Hoepertingen, worden door het centraal bestuur afgesteld omdat zij handlangers leken te zijn van een "brigand renommé". Waarschijnlijk Noé Marschal van de Bolleberg.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 155, p.2165
 
1800, 20 maart (donderdag)
Centraal Bestuur gelast Bousmart een onderzoek in te stellen nopens 50 bonders bouwgrond en weiden in Loon en omstreken. Door pachters van Berlingen-Rullingen, Voort en door Petitjean uit het Stenenhuis te Graeth heimelijk bebouwd en geëxploiteerd. Het was kloostergoed van eertijds.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 45, p.2171
 
1800, 21 maart (vrijdag)
De Minister van Binnenlandse bekent dat sinds het afschaffen van de Latijnse scholen te Loon, Kortessem, Achel, Bree, Hasselt, Maaseik, Munsterbilzen, Tongeren, Weert, Sint-Truiden het onderwijs nul was geworden.
 
1800, 14 juni (zaterdag)
Verbod van de priesters om nog mis te doen 's nachts en in private huizen. De diensten moesten plaats hebben bij dag in de kerk en onder voorzitterschap van een priester die getrouwheid aan de Grondwet had beloofd.
 
1800, 20 oktober (maandag)
De wet ontslaat de uitgeweken priesters van verre verbanning mits ze de belofte van trouw deden aan de Grondwet. Die van ons kanton vervulden die eis niet en toch werden ze niet verontrust door de prefect van Nedermaas.
 
1800, 31 oktober (vrijdag)
Jan Daris, J. Rubens, Ad. Berckenbosch legden de eed af aan Bousmart en deze stelde ze aan in het beheer van het Hospitaal en het Weldadigheidsbureel. Alle rekeningen van de vorige ontvangers werden herzien.
 
1800, 9 november (zondag)
Verschrikkelijk onweer boven Loon, veroorzaakt grote verwoestingen.
 
1800, 12 december (vrijdag)
De Prefect schrijft aan de Minister van Politie dat hij maar 40 lotelingen heeft kunnen aanwerven op de 269 die gevraagd waren. Hij wijt dat aan de tegenwerking door de priesters.
 
1801, 1 januari (donderdag)
Stierf hier vrederechter A. Motmans, hij hield zittingen in zijn huis Wellenstraat nr. 96, was niet streng voor de Lonenaren. Zoals pastoor Vandermeer getuigt, vermeed hij hun leed en boete.
 
1801, 23 januari (vrijdag)
De Prefect wilde het hospitaal van Loon met dat van Hasselt verenigen omdat men hem over die zaak verkeerd ingelicht had. De commissie van het hospitaal lichtte hem juist in en hij herriep zijn bevel.
 
1801, 11 maart (woensdag)
Bousmart, meier van Loon, had vernomen dat er sprake was Wellen als hoofdplaats van het kanton te noemen in plaats van Loon. Hij schrijft naar de minister dit besluit te veranderen en geeft de redenen aan. Het lukte, Loon bleef hoofdplaats.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 45, p.2197
 
1801, 13 maart (vrijdag)
Arnoul, onderprefect te Hasselt, beveelt de meier van Loon en naburige kantons, door onderzoek van de reispassen en het ontwapenen van personen die geen vergunning hebben, de roof en moorden te keer te gaan die zich in onze streek voordeden. Heel waarschijnlijk betreft het de bende van Noé Marchal, alias Noé van den Bolleberg.
 
1801, 19 april (zondag)
Schreef de Prefect aan de meiers o.a.: zolang de priesters rustig waren toonde de overheid zich verdraagzaam, maar nu zij hun strijd hernemen tegen het gezag zal die ongenadig zijn.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 46, p.2203
 
1801, 17 juni (woensdag)
De Minister van Politie zendt een decreet, uit de republiek te verdrijven alle priesters, openlijk bekend als wetverbrekers en rustverstoorders.
 
1801, 15 juli (woensdag)
Werd tussen Pius VII en Bonaparte het Concordaat getekend waardoor de kerk in Frankrijk en zijn bezittingen teruggegeven wordt en de Staat de priesters bezoldigt voor de ontnomen goederen.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 46, p.2211
 
1801, 2 december (woensdag)
De paus verklaart dat de eed van haat aan het Koningdom wel een zware zonde is, maar geen belijdenis van ketterij of schisma.
 
1802, 9 januari (zaterdag)
Herinrichting van de vredegerechtkantons. Ons departement werd verdeeld in 3 arrondissementen met 23 kantons. Dat van Loon telde 35 gemeenten. Ph. Dawans was vrederechter. Bousmart en Briers suppleanten. De griffie van het vredegerecht was in Padonck bij burger Walt. Proesmans.
 
1802, 8 april (donderdag)
Na den eed van haat ... was gekomen de Belofte van getrouwheid... Onenigheid was daardoor ontstaan onder de geestelijken. Nu werden de artikels van het Concordaat wet, en artikel 6 en 7 schreven de priesters een nieuwe eed voor.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 46, p.2223
 
1802, 5 augustus (donderdag)
Krijgt onze meier een model van verklaring die de priesters van het kanton moesten doen om de pastorijen en kerken terug te krijgen. Prefect Loysel van Hasselt verstond zich met Mgr. Zaepfel, Bisschop van Luik, over de heropening van de kerken in het Departement Nedermaas.
 
1802, 12 september (zondag)
Werd in onze kerk, die sinds 5 jaar gesloten was voor de godsdienst, weer de H. Mis plechtig gezongen en bijgewoond door heel de katholieke bevolking en de burgerlijke overheid. Verscheidene kinderen werden gedoopt en er was een kerkelijke begrafenis, de eerste sinds 30 oktober 1797.
 
1802, 11 oktober (maandag)
Arnoul, onderprefect, verwittigt den meier van Loon dat het metriek stelsel ingevoerd wordt.
 
1803, 29 april (vrijdag)
Mgr. Zaepfel, samen met het gouvernement, bepaalde de parochieomschrijvingen. Loon werd "cure primaire", Vandermeer pastoor-deken.
 
1803, 13 november (zondag)
Loysel beveelt den meier er voor te zorgen dat er in de kerk een ereplaats verleend wordt aan den Meier, (Krijgsoverste?), Vrederechter, Adjunct(en), Raad enz. aan den kant van het Evangelie.
 
1803, 27 november (zondag)
Benoeming van de kerkfabriek. Deze vond niets te beheren "in kas". Hun eerste rekening beliep 485 fr inkomsten, meestal van begrafenissen en offerande van de gelovigen.
 
1803, 18 december (zondag)
De priesters van de dekenij leggen de voorgeschreven eed af in handen van hun pastoor-deken Vandermeer. Deze had hem afgelegd te Maastricht in handen van de Prefect.
 
1804 De Prefect wil de kerk van Graeth als openbare bidplaats inrichten maar "Luik" wil niet. Een lid van de commissie pleit zelf te Luik en de bisschop scheen goed gestemd.
 
1804 In dat jaar volgt pastoor Wagemans de pastoor-deken Vandermeer op. Hij was sinds 1782 beneficiant te Borgloon en tevens kapelaan. Deze benoeming was voor de bisschop en aan het volk zeer aangenaam.
 
1804, 8 januari (zondag)
Regeling van het dragen van het priesterkleed: tijdens hun werkzaamheden buiten het grondgebied moeten de priesters hun klederen dragen in het zwart volgens de wet van 8 april 1803.
 
1804, 19 januari (donderdag)
Commissie van het Hospitaal van Loon legt de hand op de goederen van het Begijnhof die in 1802 werden aangeslagen omdat de laatste pastoor Arnold Delvigne de eed weigerde. De 5 laatste begijnen behielden hun woonplaats in het Begijnhof en kregen een jaarlijkse toelage.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 47, p.2259
 
1804, 8 mei (dinsdag)
De Prefect had (ten onrechte) beweerd dat de goederen van de pastorij van het Gasthuis staatsgoederen waren; nu worden de mogelijkheden tussen Loon en Hex vereffend.
 
1804, 18 oktober (donderdag)
Jan Herman Daris, wordt meier te Loon in plaats van Bousmart, ontslaggever. Hij was zoon van Jan Daris die sinds 1796 de gunsten van de republiek had weten te verkrijgen.
 
1804, 30 oktober (dinsdag)
Gemeenteraad oordeelt dat de parochie Loon omvat: Graethem, Kuttekoven, Widdingen rechts van de Herk, nieuwe molen, Rullingen en Grootloon.
 
1805, 27 januari (zondag)
Meier Daris vraagt aan de onderprefect om maatregelen te treffen aangaande de kapel van Sint-Anna-Bieltje, gelegen op de grens van Borgloon-Wellen-Herten. De ruïne van de kapel was een schuiloord voor de leden van de roversbende van Noë Marchal. (N.d.R.: alias Noë van de Bolleberg).
 
1805, 6 maart (woensdag)
Loysel en Cox antwoorden meier Daris op zijn brief in verband met de afbraak van de kapel Sint-Anna-Bieltje. De meier van Herten laat de kapel afbreken.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 47, p.2283
 
1805, 6 maart (woensdag)
Napoleon schenkt op voorstel van Portalis, de toenmalige minister van Eredienst, de niet-verkochte goederen van de collegiale kerken terug aan hun oude eigenaars. Borgloon profiteert daarvan.
 
1805, 23 juni (zondag)
Napoleon keurt de parochieregeling van den Bisschop goed: Loon als parochie omvat Graethem, Rullingen, Widdingen en de dorpen Grootloon en Kuttekoven. Nochtans blijft Van Herck pastoor van Grootloon en Van Entbrouck van Kuttekoven.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 47, p.2...
 
1806 Lijst van de leden van arrondissementsraad en kiescollege, geestelijken van het kanton Loon, Raad en kiescollege van het parlement, tribunaal van 1ste aanleg.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 48, p.2902 en 2904
 
1806 Over de 2 feesten: H. Napoleon (15 aug.) en verjaring van het kroningsfeest van Napoleon (2 dec.) en zijn staatscatechisme in alle landen voorgeschreven die van Frankrijk afhingen.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 48, p.2305
 
1806, 4 januari (zaterdag)
De Prefect verzoekt het Weldadigheidsbureel van Tongeren aan het Gasthuis van Loon de goederen en rechten terug te geven, voortkomende van het Begijnhof van Grathem, die Arnold Delvigne ontdekt had. Tongeren gebaarde van niets. Delvigne wordt verplicht de titels af te staan die hij als oud-pastoor van het Begijnhof bewaard had. Hij gaf niets.
 
1806, 26 augustus (dinsdag)
Pastoor Wagemans vraagt een pastoorshuis. Meier J.H. Daris raadpleegt de Prefect. Deze antwoordt dat de pastoor recht heeft op een huis of op een woonstvergoeding. Daris wacht tot volgend jaar om aan dit antwoord gevolg te geven.
 
1807, 15 januari (donderdag)
De pastoor krijgt 120 frank jaarlijks als woonstvergoeding maar moet daarvan een kapelaan betalen, die gelast is met catecheseles aan de kinderen en met biechthoren. De pastoor neemt aan.
 
1807, 8 september (dinsdag)
Meier Daris schrijft aan onderprefect Arnoul: Th. Michiels heeft 30 florijnen, hij onderwijst Latijn. A. Groenendaels 53 florijnen, hij onderhoudt de school in de kapittelzaal. De oud-begijn E.Stevens 41 florijnen. De onderwijzeres Margo Melders 15 florijnen en juffrouw M. Vrancken 23 florijnen. Juffrouw Ramaekers 29 florijnen.
 
1808 Napoleon maakt het ontwerp tot het leggen van de steenweg Sint-Truiden-Tongeren door Loon. Dit ontwerp werd door Willem I koning der Nederlanden uitgevoerd.
 
1808, 20 augustus (zaterdag)
Meier Daris zendt een lijst met inlichtingen over de in dienst zijnde ambtenaren van Loon; zij bevat veel belangrijks.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 48
 
1808, 17 oktober (maandag)
Bisschop Zaepfel sterft. H. Henrard, Vicaris-Generaal bestuurt met de Raad waaronder kanunnik Barett van Loon. Op 9 febr. 1809 benoemt Napoleon Fr. Anton Lejaer, maar Pius VII weigerde zijn goedkeuring.
 
1809, februari
Richtte Arnoul voor het arrondissement Hasselt een regelmatige dienst van briefdragers in. Elke woensdag zouden zij uit Hasselt vertrekken en elke week een ronde maken.
 
1809, 11 maart (zaterdag)
De landmeter Grulard komt de gemeente Loon stuksgewijs opmeten.
 
1809, 26 juli (woensdag)
Liet Napoleon in alle kerken een brief voorlezen vol beschimpingen tegen Paus Pius VII die hij uit Rome had doen ontvoeren. Dit kostte hem de genegenheid van alle katholieken.
 
1809, 27 september (woensdag)
Inrichting van de burgerwacht. Prefect Roggiers benoemde Fr. De Borchgrave als overste. Wie zich ontrok aan de dienstplicht wachtte gevang en boete.
 
1809, 9 oktober (maandag)
Arnoul schrijft aan meier Daris dat hij zich moest verzetten tegen de geestelijken en missionarissen, die Napoleon hekelden omdat hij de pauselijke staten ingepalmd had.
 
1809, 4 december (maandag)
Arnoul zendt omzendbrief aan de meiers met de vraag of het Te Deum gezongen werd voor het vredestractaat voor 14 oktober laatsleden en of het vers: Domine salvum fac ... met oratio, na de plechtige mis gezongen werd.
 
1810 Loon was toen een slecht schuldenaar. De Villenfagne had haar in 1795 de som van 20.000 frank geleend. Tot in 1810 had de gemeente nog maar tweemaal de intrest betaald (1807-1806). De heer van Vogelsanck had driemaal getracht zijn kapitaal of tenminste zijn intresten terug te krijgen maar hij mislukte, zoals alle andere schuldeisers.
 
1810, 3 januari (woensdag)
Napoleon doet zijn huwelijk met Josephine de Beauharnais verbreken onder de schijnrede van kinderloosheid en huwde op 1 april Marie-Louise dochter van keizer Frans van Oostenrijk.
 
1810, april
Maitrejean opent te Loon een school om de beginselen van Latijn en Frans aan te leren. De kapelaan Theod. Michiels had in zijn school de vijf klassen van de humaniora.
 
1810, 28 augustus (dinsdag)
(niet 18 volgens Daris) Belast Arnoul de meiers, hun pastoor en kapelaan na te gaan of zij wel punctueel het gebed voor de keizer: Saloum fae ... zingen na hoogmis en lof. Meier Daris zegt "ja".
 
1811, 23 januari (woensdag)
Keizerlijk decreet verbiedt het verspreiden van een pauselijke brief. Nu begon men Lejear te aanzien als een indringer in het bisdom. Kanunnik Barett van Loon was de bezielier van de tegenstand. De prefect dreigt met verbanning 50 uren van Luik. Ban mij 100 uren, neem als het moet mijn hoofd, zegt de koene Lonenaar, maar het recht van de Kerk blijft.
 
1811, 21 februari (donderdag)
Opnieuw de kwestie van de goederen van het Begijnhof van Graeth. De prefect verbreekt wat hij vroeger besliste. Hex mag zich die goederen toe-eigenen. Tenzij de kapel een openbare bidplaats werd.
 
1811, 22 maart (vrijdag)
Bevel aan de meiers al de oude catechismussen bij de boekhandelaars en de drukkers aan te slaan. Meier Daris antwoordt aan Arnoul dat er in Loon geen boekhandelaar was, dat de schoolboeken uit Hasselt of Tongeren komen.
 
1811, 24 maart (zondag)
Barett wordt gevangen naar Besançon gevoerd waar hij 26 maanden als banneling leefde en de medeballingen geestelijk bijstond door zijn talenkennis.
 
1813, 13 januari (woensdag)
Loon moest 2 paarden leveren aan de Dragonders tegen de prijs van 350 fr. Eén van die paarden zoud teruggegeven worden, zo het andere voldeed (paarden moesten 5 à 10 jaar oud zijn, 1,529 tot 1,555 meter groot zijn).
 
1813, 25 januari (maandag)
Ging Napoleon Pius VII vinden in Fontainebleau en deed hem een nieuw concordaat tekenen waardoor de Aartsbisschoppen de benoeming van een bisschop mochten goedkeuren, zo de paus dit binnen de 6 maanden gedaan had.
 
1813, 24 maart (woensdag)
Trekt Pius VII zijn concordaat van Fontainebleau terug, doch op 25 maart geeft Napoleon een decreet waardoor Aartsbisschop en Bisschoppen toch het concordaat als "wet" moesten onderhouden.
 
1813, 1 april (donderdag)
De Commissie van het Gasthuis vraagt aan de Prefect om van de kapel een openbare kapel te maken. De prefect, na sommige inlichtingen genomen te hebben, stemt toe. Maar Bisschop Lejaes zegt kortweg neen.
 
1813, mei
Lejaes deed zijn invloed gelden bij het Frans Bestuur om Kanunnik Barett, die verbannen was, te Luik zijn plaats opnieuw te laten innemen in het Kapittel van de Kathedraal.
 
1813, 24 mei (maandag)
Een lid van de commissie gaat naar Luik bij Lejaes en dreigt de vergunning rechtstreeks aan de minister te vragen. Lejaes wordt onmiddellijk gedwee en helpt mee voor een afdoende "ja". Mgr. zond de stukken naar de minister.
 
1813, 23 september (donderdag)
De Prefect vraagt verslag over de beraadslagingen over de rekeningen van de tolrechten. Loon had geen poorten meer. In 1812 was het puinen van de 3 laatste poorten verkocht. De inzameling van de tolrechten was bemoeilijkt: de stad lag open langs alle zijden.
 
1814, 17 februari (donderdag)
Ons oude Land van Loon met heel België, wordt van Frankrijk afgescheurd. De Bondgenoten gaven ons een nieuw bestuur. Maar alle ambtenaren moesten hier voorlopig op hun post blijven. De indringer Lejaes was naar Frankrijk gevlucht.
 
1814, 17 maart (donderdag)
Prins Sacie werd in een proclamatie van de Bondgenoten als bestuurder van de Landen van Loon-Luik benoemd. Onze streken werden overdekt met vreemde soldaten en reeds in februari moest het kanton Loon 500 paar schoenen leveren.
 
1814, 9 april (zaterdag)
Een regiment Zweedse soldaten met geschut komt te Loon aan en kostte aan de stad 674 rantsoenen eetwaren en 120 rantsoenen fouragies.
 
1814, 14 april (donderdag)
Meier Daris wordt kantonale commissaris benoemd, een nieuw geschapen functie, tussen arrondissementscommissaris en burgemeester van de gemeenten. Hij was belast met krijgszaken: leveringen, logementen van soldaten, vervoer onder de gemeenten.
 
1814, juni
Pruisische Ulhanen eisten te Loon paarden, karweien, foerage, eetwaren, geld. Zweeds voetvolk kwam te Loon overnachten. Ook zij eisten paarden, karren met lading stro enz.
 
1814, 20 juni (maandag)
Het oude Land van Loon, met heel België, werd door het tractaat van Londen met Holland verenigd onder de scepter van Oranje.
 
1814, 21 juli (donderdag)
Willem van Oranje wordt algemeen bestuurder van België en de Verbondenen. Op 21 juli neemt hij het bestuur in handen. Soeverein der Verenigde Nederlanden.
 
1814, 21 september (woensdag)
De Commissie van de Godshuizen haast zich om aan de Gouverneur-Generaal de aanvraag te doen waarover sprake was op 1 april.
 
1814, 27 september (dinsdag)
De 13 gemeenten in Limburg vroegen de 11 banken van Maastricht en de redemptiedorpen bv. Grootloon-Veulen krijgen Belgisch bestuur. Van Paanhuis wordt Algemeen Commissaris over 9 provinciën.
 
1814, oktober
Henrard was gestorven na 6 jaar interim in het bisdom. Partoens had ontslag ingediend. De kanunnik van Luik, Arnold Barett van Loon, als kapitilaire vicaris. Sommige priesters van het Land van Loon o.a. de pastoor van Beringen vonden die keuze onwettig. De Paus Pius VII vond de ingebrachte bezwaren ongegrond.
 
1814, 7 oktober (vrijdag)
Jan Herman Daris antwoordt op de door Van Paanhuis gevraagde inlichtingen over het gasthuis van Graeth, over zijn oude en nieuwe inkomsten, zijn bestuur en zijn statuten.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 51, p.2461-2463
 
1814, 6 december (dinsdag)
Tekent Koning Willem I het besluit: De kapel van het Gasthuis van Graeth wordt ingericht als openbare bidplaats.
 
1814, 16 december (vrijdag)
Vereniging van België met Holland definitief besloten te Wenen.
 
1815, 26 februari (zondag)
Napoleon verlaat Elba en landt in Frankrijk aan met ongeveer 1000 man, deed op 20 maart zijn intrede in Parijs. Dit verwekte opschudding in onze streken. Oostenrijkers, Russen, Engelsen, Nederlanders onder het bevel van Wellington en Blücher trekken samen om Napoleon het hoofd te bieden.
 
1815, april
Weeral levering van paarden, karren, haver, stro, hooi enz. te Loon en overal waar de soldaten voorbij trokken.
 
1815, 17 juni (zaterdag)
Waterloo! Waterloo! Napoleon verslagen, wordt naar Sint-Helena verbannen.
 
1815, 9 juli (zondag)
Te Loon en in alle parochies van het bisdom plechtig Te Deum met klokkengelui om God te bedanken voor de verlossing van het vaderland. Koning Willem had dit door de vicaris Barett doen bevelen.
 
1815, 20 juli (donderdag)
Werden op het stadhuis door de meiers de staten opgemaakt over de oorlogsschade aan hun gemeenten, bevolen door de bondgenoten.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 52, p.247
 
1815, 24 augustus (donderdag)
Van Paanhuis vraagt aan meier J.H.Daris verslag over de toestand van het park van de opgeëiste paarden te Loon. Men wilde voorzorgen nemen, want de politieke toestand in West-Europa was nog altijd onzeker. Daris antwoordt op 30 augustus.
 
1815, 29 november (woensdag)
Ridder de Menten verwittigt Daris dat een Pruisisch leger van 38000 man door onze streken zal trekken. Weeral opeising van karren, paarden, enz.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 52, p.2505
 
1816, 18 januari (donderdag)
Einde van de moeilijkheden die het Gasthuis van Graeth tegenkwam in het herkrijgen van de goederen van de pastorij van het Begijnhof. Kanunnik Renier Delvigne van Hex overhandigde 11 registers, er ontbrak 1, die van 1686, waarin een afschrift stond van het testament van Graaf Arnold 1232.
 
1816, juli
Dit jaar aanhoudende regens, overstromingen, mislukken van graanoogst, niet rijp worden van fruit, stormen van 1 september. Driemaal moest het graan herzaaid worden, slakken aten het telkens op, er kwam levensduurte. De Kerk organiseerde processies, de Staat nam voorzorgen: uitvoeren van graan verboden, invoer vergemakkelijkt.
 
1817, 10 januari (vrijdag)
De Franse wetten op het huwelijk werden terug ... gebracht. De priester werd verboden het kerkelijk huwelijk in te zegenen voor het burgerlijke voltrokken was.
 
1817, maart
Werd begonnen met het leggen van een steenweg Sint-Truiden - Maastricht over Loon en Tongeren. Bousmart die in 1804 J.H. Daris opgevolgd was geworden als meier van Loon zou reeds in 1798 het plan ontworpen hebben. In Tongeren moest de Truier- en Maastrichterpoort afgebroken worden. De doorsneden gemeenten moesten als karweien zand vervoeren.
 
1817, 9 december (dinsdag)
Werd de eerste kasseisteen gelegd aan de Truierpoort onder kanongebulder en klokkengelui.
 
1820 Dit jaar hadden de oude maatschappijen, door de Franse Revolutie afgeschaft, hun vorige vergaderplaatsen op ons stadhuis opnieuw betrokken met toestemming van de overheid.
 
1822, 24 mei (vrijdag)
In het oude klooster van de Kruisheren van Colen opende de eerwaarde moeder Amelia, gewezen Cisterciënzernon, samen met enige godvruchtige dochters een kostschool, een buitenschool voor Kerniel en omtrek en een armenschool.
 
1823 Dit jaar wilde de gemeenteraad de oude burchtgracht van Loon verkopen om zijn schulden te vereffenen, doch graaf de Mercy d'Argenteau verzette er zich tegen als burggraaf van Loon; de verkoop geschiedde niet.
 
1823, 12 februari (woensdag)
Werd te Loon het plaatselijk Weldadigheidsbureel opgericht. J.H. Daris, F. Maitrejean, J.P. de Bellefroid, oud burgemeesters en deken Alb. Wagemans waren er leden van.
 
1824, 1 juni (dinsdag)
Eerste steenlegging van de pastorij van Loon in tegenwoordigheid van de burgerlijke en geestelijke overheid. Harmoniemuziek en kanongebulder op de burchtgracht. Martin Daris hield een toespraak en griffier Misotten las een gelegenheidsgedicht af, opgesteld door Van Herck, pastoor van Grootloon.
Bron: H.Henrotay, handschrift, schriftje 53, p.2254-2259
 
1825 De tot nu toe door de priesters van Loon gevolgde Luikse ritus werd vervangen door de Romeinse.
 
1825 Het pastoorshuis was voltooid: men had er de bouwstoffen van de afgebroken kapittelzaal voor gebruikt (kost: 30 Luikse gulden)
 
1825 Het prieel (vrijthof) was door het afbreken van de zaal veel vergroot en kon dienen voor kerkhof: het oud kerkhof werd openbare plaats.
 
1825, 25 april (maandag)
Verwelkomde meier J.H. Daris de Koning Willem bij diens doortocht door Loon en bedankte de Vorst voor de weldaad van de nieuwe aangelegde steenweg.
 
1825, 23 juli (zaterdag)
P.J. de Bellefroid, oud-burgemeester onder de Franse Republiek wordt door Willem als burgemeester van Loon benoemd in plaats van J.H. Daris die 20 jaar lang Loon goed bestuurd had en die tijdig zijn ontslag had ingediend; de nieuwe burgemeester en zijn raad verzetten daartegen.
 
1825, 26 augustus (vrijdag)
Wordt de gemeenteraad ingehuldigd. P.J. de Bellefroid burgemeester: J.L. Vreven en J.J. Bartolijns assessors, A.F. Klaremont, Fred Kallekin, J.T. Groenendaels, P. Schoofs, W. Vanbrabant en N. Ouwerx raadsleden. De eerste benoemd door Koning Willem, de 2 assessors door de gouverneur, de anderen door de Gedeputeerde Staten.
 
1826 Dit jaar besloot de Raad de veldwachter Chr. Veniancourt te ontslaan: hij liet zich "corrumperen" maakte valse rapporten, was van zeer slecht gedrag. Hij gaf intijds zijn ontslag, doch werd later weer aangenomen.
 
1826, 1 februari (woensdag)
Opende Hubuert Pieters van Diepenbeek zijn gemeenteschool in het lokaal aan het Kapittel. Hij was voorlopig benoemd. Na een examen tussen 4 mededingers afgelegd te hebben definitief benoemd als lager onderwijzer voor de jongens. De 2 Latijnse scholen van Kapelaan Theo Mors (5 klassen humaniora) en Maîtrejean (lager programma) werden afgeschaft.
 
1826, november
De gemeenteschool voor meisjes, op aandringen van inspecteur Bollaers, werd ook geopend en de vrije scholen meisjes van Tante Berbe en van Joke Melders werden gesloten, maar Berbe ging voort met 'schoolgeven', dankzij de ondersteuning van de pastoor en de gemeenteraad.
 
1826, 13 november (maandag)
Sterft Th. Michiels, kapelaan van het Begijnhof van Graeth. Door het sluiten van zijn school kwijnde deze ijverige priester en onderwijzer stilletjes weg. Loon miste nu Latijns onderricht, dat er sinds de 11de eeuw gegeven was.
 
1826, 7 december (donderdag)
Benoemde de Raad toch als officiële onderwijzeres Anna Gielen, alias madam van het Heerkes. In 1826 besliste groot Vicaris A. Barett en Commissaris Riges dat de haatprocessies met H. Sacrament mochten gehouden worden: de 1ste op de zondag na H. Sacramentsdag en de 2de op de zondag na Sint-Odulphus (12 juni).
 
1827, 25 januari (donderdag)
In haar verslag had de raad gewag gemaakt van Begijnen of Gasthuiszusters. De regering merkte op dat die geestelijke genootschappen verboden waren. J.J. Bellefroid antwoordde dat hij in regel was: de oude begijnen die stierven werden vervangen door 2 arme vrouwen die hoegenaamd geen kloosterlingen waren. De regering was hiermee tevreden.
 
1827, 26 april (donderdag)
Een stuk van de Buchtgracht, de door ongeveer 1000 mensenhanden opgerichte heuvel waar de burcht opstond in 1180, scheurde af en vulde de Kortestraat met een laag aarde van 5 meter hoog, zulke afscheuringen zijn eerder en later nog gebeurd.
 
1827, 27 december (donderdag)
Gaf het gemeentebestuur zijn belangen in handen van H. De Burvetère. Deze kon beletten dat het kanton Loon afgeschaft werd. Er was sprake geweest de gemeente te verdelen tussen de kantons Hasselt (11 gem.), Tongeren (4), Sint-Truiden (23). Loon bleef kanton.
 
1828, 31 juli (donderdag)
Sterft G.J. Bellefroid. Hij was uit Vechmaal, kwam te Loon in 1789: de prins-bisschop benoemde hem tot zijn commissaris. Hij bleef tijdens de revolutie trouw aan zijn prins en godsdienst. Zijn dochter Marie Gertrude richtte 2 kloosters op: te Tongeren en te Val-Meer.
 
1829, 25 januari (zondag)
Pieter Matheus de Bellefroid volgt zijn vader op als burgemeester. Hij was 39 jaar oud. Hij waakte over orde en veiligheid tijdens de Belgische omwenteling.
 
1829, 13 februari (vrijdag)
Richard Ant. Corneel van Bommel geboren te Leiden, wordt door Leo XII bisschop van Luik benoemd, alhoewel de Paus graag A. Barett zou benoemd hebben. Willem verzette zich daartegen. Het eerste werk van Mgr. van Bommel was Barett tot Groot-Vicaris benoemen.
 
1829, 2 oktober (vrijdag)
Door de aangevoerde redenen van Mgr. van Bommel deed Willem zijn Collegium Philosophium te Leuven sluiten.
 
1830 Mgr. van Bommel hier gedurende twee dagen het vormsel uitdelen. Het was van in 1804 geleden dat Loon zijn Bisschop mocht ontvangen.
 
1829-1830
Zeer vroege en zeer strenge winter.
 
1830, 11 oktober (maandag)
Wordt M. Peeters als officiële onderwijzer met 4 stemmen tegen afgesteld en vervangen door één die ook Latijn en Grieks kon.
 
1831, 8 februari (dinsdag)
De commissaris wil M. Peeters behouden maar de gemeente riep zijn rechten en vrijheid van onderwijs in.
 
1831, 5 maart (zaterdag)
Jan Herman Daris wordt opnieuw burgemeester. Loon, gelegen langs de grote weg, had meer te leiden van doortrekkende soldaten. Sinds de omwenteling (09.1830) tot 1 april 1831 hadden hier 64 soldaten gelogeerd, zonder dat Loon een vergoeding trok.
 
1831, 1 april (vrijdag)
De burgerwacht wordt ingesteld met G. Wagemans en J.H. Daris als kapitein en later met Baron de Woelmont als luitenant-kolonel.
 
1831, 7 augustus (zondag)
De 2 compagnies gemobiliseerd voor Hasselt. Ze vertrokken moedig om op de vestigingen van het stad te bivakkeren. Ze kwamen terug omdat men hun heldenmoed niet kon gebruiken.
 
1831, 8 augustus (maandag)
4 Bataljons Hollanders komen te Loon. 's Anderendaags andere met 800 paarden. Ze gedroegen zich als echte plunderaars.
 
einde 1833
Er ontstond tegenwerking tegen de ijverige burgemeester J.H. Daris. Deze kwam niet meer naar de Raad.
 
1833 Er waren toen 4 vrije scholen: M. Peters (88 leerlingen), M...ns officieel (61), Tante Berbe (72), A.M. Gielen officieel (28) en M. Melders (18). Het onderwijs was weer vrij.
 
1833 Werd pastoor Wagemans als ontslagene beschouwd uit het Weldadigheidsbureel, waar hij deel van maakte sinds 1825. Hij mocht hij niet langer lid blijven, daar hij de eed van getrouwheid weigerde aan het Hollands Bestuur. De brave man die vijand was van alle omwentelingen zowel van de Luikse (1789) als van de Franse (1794) en van Belgische (1830), kon tot die eed niet besluiten.
 
1834 Zijn tegenstrevers eisten nieuwe verkiezing. Op raad van de commissaris Pieteurs woonde Daris de zittingen weer bij.
 
1834, 14 januari (dinsdag)
J.H. Daris, die de onredelijkheid van de tegenpartij inzag, gaf zijn ontslag. Zijn tegenstrevers hadden de moed niet dit ook te doen.
 
1834, 28 januari (dinsdag)
Herkiezing. J.H. Daris wordt herkozen met 47/57 stemmen; bij de 10 ongeldige stemmen waren er nog 8 in zijn voordeel.
 
1835, 23 september (woensdag)
Leopold I wordt hier op zijn doortocht met geestdrift onthaald. De burgemeester doet een korte toespraak, waarin hij inspeelde op de geboorte van de kroonprins Leopold II.
 
1835, 4 oktober (zondag)
Stierf J.H. Daris. In 1804 had hij Bousmart als meier opgevolgd. Daris was achtereenvolgens meier, commissaris en burgemeester.
 
1835, 1 december (dinsdag)
Lambert Vreven wordt tot burgemeester verkozen met 50 op 70 stemmen.
 

Homepage | E-mail


gemaakt met PRO-GEN 'Genealogie à la Carte' software